AMSTERDAM - Luchtvaartjournalist Arnold Burlage van De Telegraaf noteerde in Singapore uit de mond van Lufthansa topman Wolfgang Mayrhuber diens visie op de toekomst van de prijsvechters Nog geen dag later kreeg de hoogste baas van KLM-Air France grootste concurrent gelijk. Winstwaarschuwingen van Ryanair en EasyJet, vliegtarieven die feitelijk niet van deze tijd zijn en tegelijk dezelfde torenhoge brandstofprijzen en stijgen personeelskosten konden dan ook wel eens het einde inluiden van de prijsvechters-oude-stijl.
De Lufthansa chef liet daarover tegenover Arnold Burlage tijdens de IATA conferentie in Singapore zijn licht schijnen. Op vrijwel hetzelfde moment begon EasyJet op de beurs in Londen voor de twee keer in korte tijd aan een duikvlucht. De Lufthansa chef kreeg ter plekke gelijk.
De belangrijkste reden voor de zorgen bij EasyJet: de huidige vliegtarieven zijn „nutteloos en onrealistisch”.
“Iedereen zal zich toch realiseren dat een autorit van twintig minuten niet even duur kan zijn als een uur vliegen. Passagiers moeten zich toch ook gaan afvragen waarin dat verschil kan zitten en of dit niveau van concurrentie nog lang zal standhouden”, zei Mayrhuber tegenover de Financiële Telegraaf, die het gesprek vandaag in grote opmaakt brengt.
De Lufthansa president wijst op de veranderingen, die ook de passagier al moet kan zien aankomen. “Het is begonnen met het te rechtvaardigen systeem van vroeg boeken, weinig betalen en laat boeken tegen de hoogste tarieven. Het werkte tot het succes grip op de prijsvechters begon te krijgen. De giga orders voor nieuwe vliegtuigen, die veel indruk maakten, zorgden tegelijk, voor het ontstaan van overcapaciteit.”
Wolfgang Mayrhuber legt in de krant van wakker Nederland uit: “Nu zie je - en de passagier kan dat inmiddels zelf ook ontdekken - dat je met laat boeken net zo voordelig uit kunt zijn als maanden voor vertrek. De stoelen blijven leeg en moeten alsnog tegen dan maar iedere prijs gevuld worden. Het niveau van de tarieven vertoont op de lijn tot vertrek nu een vervelende golfbeweging, waardoor het meeste geld niet vooraf, maar uiteindelijk veel meer gespreid en meer en meer pas vlak voor uitvoering van de vlucht binnenkomt”.
Arnold Burlage: “Stijgende kosten – EasyJet weigert tot dusver olietoeslag te rekenen om geen marktaandeel te verliezen – en vertraagde inkomsten maken de ramp compleet. Het einde van de low budget maatschappijen?”
Het antwoord van de Lufthansa topman: “Verdwijnen zullen ze zeker (nog) niet. Een markt voor dat soort nieuw vervoer zal er blijven. Het is misschien nog niet overal te merken, maar we hebben het antwoord. In product en prijs zijn we weer kansrijk en concurrerend”.
Hij vult aan: “Vliegen voor prijzen, die eigenlijk niet kunnen zal voorlopig trouwens wel blijven bestaan. Het is nog te aantrekkelijk en het risico is ook klein om tegen relatief geringe kosten een prijsvechter te beginnen. Of om al snel weer te verdwijnen, wat al is gebeurd, of om in de marge te blijven bestaan. Maar dan uiteindelijk wel met stijgende tarieven”.
De president van Lufthansa tot slot: “Het grote verschil met de Verenigde Staten, waar een beperkt aantal low budget maatschappijen al jarenlang een daverend succes is, zit vooral in een veel gezondere concurrentie. Het uitblijven van echte dumpprijzen zorgde dat de low budgetmaatschappijen jarenlang de tijd hadden om een gezonde kosten en tarievenstructuur in goede balans op elkaar af te stellen, zonder te hoeven vliegen voor negen euro of zelfs helemaal voor niks”. Het vliegtuig zal daarom altijd duurder blijven dan de auto.
De Lufthansa chef liet daarover tegenover Arnold Burlage tijdens de IATA conferentie in Singapore zijn licht schijnen. Op vrijwel hetzelfde moment begon EasyJet op de beurs in Londen voor de twee keer in korte tijd aan een duikvlucht. De Lufthansa chef kreeg ter plekke gelijk.
De belangrijkste reden voor de zorgen bij EasyJet: de huidige vliegtarieven zijn „nutteloos en onrealistisch”.
“Iedereen zal zich toch realiseren dat een autorit van twintig minuten niet even duur kan zijn als een uur vliegen. Passagiers moeten zich toch ook gaan afvragen waarin dat verschil kan zitten en of dit niveau van concurrentie nog lang zal standhouden”, zei Mayrhuber tegenover de Financiële Telegraaf, die het gesprek vandaag in grote opmaakt brengt.
De Lufthansa president wijst op de veranderingen, die ook de passagier al moet kan zien aankomen. “Het is begonnen met het te rechtvaardigen systeem van vroeg boeken, weinig betalen en laat boeken tegen de hoogste tarieven. Het werkte tot het succes grip op de prijsvechters begon te krijgen. De giga orders voor nieuwe vliegtuigen, die veel indruk maakten, zorgden tegelijk, voor het ontstaan van overcapaciteit.”
Wolfgang Mayrhuber legt in de krant van wakker Nederland uit: “Nu zie je - en de passagier kan dat inmiddels zelf ook ontdekken - dat je met laat boeken net zo voordelig uit kunt zijn als maanden voor vertrek. De stoelen blijven leeg en moeten alsnog tegen dan maar iedere prijs gevuld worden. Het niveau van de tarieven vertoont op de lijn tot vertrek nu een vervelende golfbeweging, waardoor het meeste geld niet vooraf, maar uiteindelijk veel meer gespreid en meer en meer pas vlak voor uitvoering van de vlucht binnenkomt”.
Arnold Burlage: “Stijgende kosten – EasyJet weigert tot dusver olietoeslag te rekenen om geen marktaandeel te verliezen – en vertraagde inkomsten maken de ramp compleet. Het einde van de low budget maatschappijen?”
Het antwoord van de Lufthansa topman: “Verdwijnen zullen ze zeker (nog) niet. Een markt voor dat soort nieuw vervoer zal er blijven. Het is misschien nog niet overal te merken, maar we hebben het antwoord. In product en prijs zijn we weer kansrijk en concurrerend”.
Hij vult aan: “Vliegen voor prijzen, die eigenlijk niet kunnen zal voorlopig trouwens wel blijven bestaan. Het is nog te aantrekkelijk en het risico is ook klein om tegen relatief geringe kosten een prijsvechter te beginnen. Of om al snel weer te verdwijnen, wat al is gebeurd, of om in de marge te blijven bestaan. Maar dan uiteindelijk wel met stijgende tarieven”.
De president van Lufthansa tot slot: “Het grote verschil met de Verenigde Staten, waar een beperkt aantal low budget maatschappijen al jarenlang een daverend succes is, zit vooral in een veel gezondere concurrentie. Het uitblijven van echte dumpprijzen zorgde dat de low budgetmaatschappijen jarenlang de tijd hadden om een gezonde kosten en tarievenstructuur in goede balans op elkaar af te stellen, zonder te hoeven vliegen voor negen euro of zelfs helemaal voor niks”. Het vliegtuig zal daarom altijd duurder blijven dan de auto.