TOULOUSE - Vliegtuigbouwer ATR heeft onlangs zijn 1.500ste vliegtuig afgeleverd. Dat jubileum werd donderdag door het in Toulouse gevestigde bedrijf gevierd. ATR, gespecialiseerd in turbopropvliegtuig voor regionale vluchten, leverde in 1985 het allereerste vliegtuig af.
ATR, een joint venture van Airbus en het Italiaanse Leonardo, bouwt turbopropvliegtuigen voor vijftig tot tachtig passagiers. ATR-vliegtuigen zijn verspreid over de wereld in dienst bij talloze luchtvaartmaatschappijen.
Het 1.500ste ATR-vliegtuig is eind oktober al afgeleverd. Het ging om een ATR 72-600, die werd overgedragen aan Japan Air Commuter.
ATR leverde het allereerste toestel, een ATR 42, in 1985 af aan het Franse Air Littoral. De eerste ATR 72 werd enkele jaren later afgeleverd aan Finnair. Door de jaren heen zijn de toestellen steeds gemoderniseerd, met onder meer zuinigere en stillere motoren. De nieuwste generatie, de 600-serie, werd in 2011 geintroduceerd.
Marktaandeel
In de afgelopen 33 jaar bouwde ATR in totaal zo’n duizend ATR 72’s en vijfhonderd ATR 42’s. Sinds 2010 heeft het bedrijf een marktaandeel van 75 procent in het segment waarin het actief is.
Grootste concurrent was jarenlang Bombardier met de Dash 8-series (ook wel bekend als Q-serie), maar de productie van dat toestel staat op een laag pitje. Onlangs werd bekend dat de Canadese vliegtuigbouwer het overgebleven Q400-programma afstoot. Het eveneens Canadese Viking Air zet de productie voort.
In de beginjaren was de Fokker 50 van Fokker nog een belangrijke concurrent voor ATR, maar het Nederlandse bedrijf ging in 1996 failliet. In 1997 rolde de laatste vijftigzitter van de productielijn op Schiphol-Oost.
