DEN HAAG - De Nederlandse bedrijven die actief zijn in de luchtvaartindustrie kunnen blijven rekenen op steun van de overheid. De komende vier jaar trekt de overheid bijna honderd miljoen euro uit voor het op peil houden van de kennisontwikkeling en de concurrentiepositie van het civiele luchtvaartcluster. Dat schrijft minister Brinkhorst van Economische Zaken in een brief aan de Tweede Kamer.
Brinkhorst constateert dat de luchtvaartindustrie er de afgelopen jaren in is geslaagd haar internationale positie te versterken. Dat gebeurde volgens de minister door investeringen in kennis, innovatie en technologische ontwikkeling door de luchtvaartindustrie en door gericht beleid van de overheid.
De overheid wil zorgen voor condities waarbinnen de luchtvaart sector kan uitblinken. Brinkhorst stelt dat voor de luchtvaartindustrie er twee belangrijke voorwaarden zijn om wereldwijd aan te kunnen haken: een stevige kennisbasis voor technologische innovatie en ‘een level playing field’ met de internationale concurrentie.
Maintenance Valley
De minister wil langs drie wegen de luchtvaartindustrie ondersteunen: het instandhouden en versterken van de kennisbasis, het ondersteunen van risicodragende deelname van het luchtvaartcluster in internationale vliegtuigontwikkelingsprogramma’s en door mee te werken aan een sterke positie van Nederland in het onderhoud van vliegtuigen. Hierbij gaat het met name om de te ontwikkelingen ‘Maintenance Valley’, met Nederland als centrum voor hoogwaardig onderhoud, logistieke processen en reparatie.
Bij de kennisontwikkeling ligt de nadruk op de technologische speerpunten die zijn aangegeven bij de overeenkomst die de luchtvaartindustrie april 2005 met Airbus sloot. Ook de kredietfaciliteit is gericht op deelname in ontwikkelingsprogramma’s van Airbus, zoals de A350 en A380. De luchtvaartsector verwacht zelf in de komende vijf jaar 190 miljoen euro te investeren in deze ontwikkelingsprogramma's.
Brinkhorst constateert dat de luchtvaartindustrie er de afgelopen jaren in is geslaagd haar internationale positie te versterken. Dat gebeurde volgens de minister door investeringen in kennis, innovatie en technologische ontwikkeling door de luchtvaartindustrie en door gericht beleid van de overheid.
De overheid wil zorgen voor condities waarbinnen de luchtvaart sector kan uitblinken. Brinkhorst stelt dat voor de luchtvaartindustrie er twee belangrijke voorwaarden zijn om wereldwijd aan te kunnen haken: een stevige kennisbasis voor technologische innovatie en ‘een level playing field’ met de internationale concurrentie.
Maintenance Valley
De minister wil langs drie wegen de luchtvaartindustrie ondersteunen: het instandhouden en versterken van de kennisbasis, het ondersteunen van risicodragende deelname van het luchtvaartcluster in internationale vliegtuigontwikkelingsprogramma’s en door mee te werken aan een sterke positie van Nederland in het onderhoud van vliegtuigen. Hierbij gaat het met name om de te ontwikkelingen ‘Maintenance Valley’, met Nederland als centrum voor hoogwaardig onderhoud, logistieke processen en reparatie.
Bij de kennisontwikkeling ligt de nadruk op de technologische speerpunten die zijn aangegeven bij de overeenkomst die de luchtvaartindustrie april 2005 met Airbus sloot. Ook de kredietfaciliteit is gericht op deelname in ontwikkelingsprogramma’s van Airbus, zoals de A350 en A380. De luchtvaartsector verwacht zelf in de komende vijf jaar 190 miljoen euro te investeren in deze ontwikkelingsprogramma's.