AMSTERDAM - Het Nederlandse Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) onderzoekt of het mogelijk is om onbemande vliegtuigen veilig te integreren en te opereren in het civiele luchtruim. Deze zogeheten Unmanned Aerial Vehicles (UAV’s) vliegen al rond, maar mogen dat alleen in luchtruim dat is afgesloten voor ander luchtverkeer. Boven Nederland is dat nauwelijks mogelijk.

In opdracht van het Ministerie van Defensie voert het NLR diverse vliegproeven uit. Het project OUTCAST heeft als doel om medio 2010 de UAV’s veilig te kunnen inzetten in het Nederlandse luchtruim, zo meldt het NLR. Het vliegen met de UAV’s is nu nog niet toegestaan omdat er geen piloot aan boord is die andere vliegtuigen kan signaleren en ontwijken.

Onbemande vliegtuigen zullen de komende jaren steeds meer gebruikt gaan worden, onder meer voor grens- en kustbewaking, signalering van olielozingen op zee en voor sommige politietaken. Daarom is het volgens het NLR wenselijk dat ze veilig tussen het normale vliegverkeer kunnen vliegen.

De vliegproeven vinden plaats met een bemande Cessna Citation, het eigen laboratoriumvliegtuig van het NLR. Het vliegtuig is voor deze gelegenheid uitgerust met een demonstratiesysteem, bestaand uit een anti-botssysteem uit de civiele luchtvaart en een camerasysteem dat de ogen van de piloot vervangt.

Een speciale UAV-bemanning zit achterin en probeert aan de hand van informatie van beide systemen het andere luchtverkeer te signaleren en te ontwijken. Er wordt in dit project samengewerkt met de Koninklijke Luchtmacht die vliegtuigen levert die in de buurt van de Citation vliegen en als het ‘andere luchtverkeer’ fungeren.