LONDEN - De goede reputatie van British Airways (BA) ligt onder vuur door hevige kritiek op de werkwijze van het onderhoudspersoneel. Problemen rond de veiligheid zouden wel eens ‘door de hele organisatie van BA verspreid kunnen zijn’. En een aantal incidenten in de lucht is een gevolg van ‘systematische’ nalatigheden van de onderhoudsdienst. De kritiek komt van de Air Accident Investigation Branch (AAIB), mede als gevolg van een incident met een Boeing 757 in september 2003.
Op 7 september van dat jaar verliet een Boeing 757-200 Londen Heathrow voor een vlucht naar Parijs Charles de Gaulle. Het was de eerste vlucht van de Boeing na een periode van 26 dagen onderhoud. Kort na de start drong een sterke olielucht door in de cockpit en de piloten besloten hun zuurstofmasker te gebruiken. Ze braken de vlucht af en zettende de nadering in voor een landing op Londen Gatwick. Tijdens de nadering reageerde het vliegtuig abnormaal op de werkzaamheden van de automatische piloot. De ‘echte’ piloten namen het werk weer over en moeten veel corrigerende maatregelen nemen om het toestel in balans te houden.
Na onderzoek blijkt dat er teveel olie was bijgevuld en dat twee vleugeldelen in de hangar waren achter gebleven. Ernstige fouten van zowel de betreffende monteurs als de werknemers met controlerende functies, oordeelt de AAIB.
De nalatigheid op het gebied van onderhoud blijkt ook uit andere incidenten. Zo verloor een Boeing 777 tijdens een nadering een deur die toegang bood tot de techniek van het vliegtuig. Technici bleken de deur na onderhoud niet goed te hebben afgesloten. Het voorwerp viel van twee kilometer hoogte naar beneden en kwam net naast twee wandelaars terecht.
Tijdens een andere vlucht trok een vliegtuig dat van Londen Heathrow was opgestegen een kilometers lang spoor kerosine. Dat werd veroorzaakt door een gat in een brandstoftank. Een afdekplaat van de tank zat niet op z’n plek en lag met schroeven en al nog in de tank, zo bleek na afloop.
British Airways heeft laten weten direct na de incidenten al de nodige maatregelen te hebben genomen. De maatschappij zegt desondanks dat het de onderzoeksgegevens van de AAIB ‘zeer serieus’ neemt.
Op 7 september van dat jaar verliet een Boeing 757-200 Londen Heathrow voor een vlucht naar Parijs Charles de Gaulle. Het was de eerste vlucht van de Boeing na een periode van 26 dagen onderhoud. Kort na de start drong een sterke olielucht door in de cockpit en de piloten besloten hun zuurstofmasker te gebruiken. Ze braken de vlucht af en zettende de nadering in voor een landing op Londen Gatwick. Tijdens de nadering reageerde het vliegtuig abnormaal op de werkzaamheden van de automatische piloot. De ‘echte’ piloten namen het werk weer over en moeten veel corrigerende maatregelen nemen om het toestel in balans te houden.
Na onderzoek blijkt dat er teveel olie was bijgevuld en dat twee vleugeldelen in de hangar waren achter gebleven. Ernstige fouten van zowel de betreffende monteurs als de werknemers met controlerende functies, oordeelt de AAIB.
De nalatigheid op het gebied van onderhoud blijkt ook uit andere incidenten. Zo verloor een Boeing 777 tijdens een nadering een deur die toegang bood tot de techniek van het vliegtuig. Technici bleken de deur na onderhoud niet goed te hebben afgesloten. Het voorwerp viel van twee kilometer hoogte naar beneden en kwam net naast twee wandelaars terecht.
Tijdens een andere vlucht trok een vliegtuig dat van Londen Heathrow was opgestegen een kilometers lang spoor kerosine. Dat werd veroorzaakt door een gat in een brandstoftank. Een afdekplaat van de tank zat niet op z’n plek en lag met schroeven en al nog in de tank, zo bleek na afloop.
British Airways heeft laten weten direct na de incidenten al de nodige maatregelen te hebben genomen. De maatschappij zegt desondanks dat het de onderzoeksgegevens van de AAIB ‘zeer serieus’ neemt.