SCHIPHOL - Het Openbaar Ministerie (OM) stelt geen strafrechtelijke vervolging in wegens het ongeluk met een Boeing 737-800 van Turkish Airlines in 2009 bij Schiphol. Dat maakte het OM in Haarlem dinsdag bekend. Het OM onderzocht of er strafbare feiten zijn begaan bij de crash. Dat gold onder meer voor de piloten, vliegtuigbouwer Boeing en de luchtverkeersleiding.
Over de rol van de piloten ontbreekt volgens het OM belangrijke informatie in het onderzoek, omdat zij zijn overleden en dus niet meer konden worden gehoord. Problemen met de hoogtemeter van de Boeing was een bekend technisch probleem dat door de piloten had moeten worden opgelost. Het ging niet om een veiligheidsprobleem, aldus het OM. Uit het onderzoek blijkt verder dat de luchtverkeersleider volgens de voorschriften heeft gewerkt.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid concludeerde vorig jaar dat naast de problemen met de hoogtemeter de piloten van het vliegtuig de crash hadden kunnen voorkomen als ze een doorstart hadden gemaakt. De medewerkers in de verkeerstoren waren volgens de raad onvolledig in hun aanwijzingen aan de piloten.
Het OM zegt nu echter dat van niemand is vastgesteld dat zij strafbare feiten hebben gepleegd, althans niet in Nederland. Het probleem met de hoogtemeter was op twee eerdere vluchten gesignaleerd door andere piloten, maar zij hadden dit niet genoteerd in het logboek. Zoiets kan strafbaar zijn, maar omdat dit niet in Nederland is gebeurd, kan het hier niet tot vervolging leiden.
De Boeing 737 van Turkish Airlines had 135 inzittenden aan boord. Het vliegtuig stortte 25 februari 2009 tijdens de landing neer in een akker vlakbij Schiphol. Negen mensen kwamen om het leven en 120 anderen raakten gewond.
Fouten bij hulpverlening na crash Turkish Airlines op Schiphol
Turkish-crash 'bijzonder ongelukkige samenloop van omstandigheden
(c) Reismedia / ANP