BARCELONA - Europese luchthavens hebben in 2022 weer zwarte cijfers geschreven na de enorme verliezen in voorgaande jaren door de coronapandemie en de reisbeperkingen. Volgens koepelorganisatie ACI Europe bedroeg de gezamenlijke nettowinst van luchthavens vorig jaar 6,4 miljard euro.
In de coronajaren 2020 en 2021 werd nog een verlies van ruim 20 miljard euro geleden en liepen luchthavens voor meer dan 50 miljard euro aan omzet mis. ACI stelt dat de winstgevendheid voornamelijk werd gedreven door kostenbesparingen en forse verlagingen van de investeringen door luchthavens. Zo werd er vorig jaar 5,5 miljard minder geïnvesteerd.
Ook werd meer geld verdiend met bijvoorbeeld horeca en winkels op luchthavens. De passagiersaantallen lagen vorig jaar namelijk nog 21 procent lager dan in 2019, het laatste jaar voor de coronacrisis.
Uitdagingen
ACI stelt op zijn jaarvergadering in Barcelona wel dat er grote uitdagingen zijn voor de luchthavensector, waaronder de hoge schuldenlast en de gestegen operationele kosten door de hoge inflatie. De schulden liggen 47 miljard hoger dan in 2019.
De organisatie zegt dat er ook hoge investeringen zijn gemoeid met de plannen om de uitstoot in de luchtvaart te verlagen. Daarom zouden de luchthaventarieven voor maatschappijen sterker verhoogd moeten worden om die uitgaven te kunnen betalen, aldus ACI Europe.
Volgens de organisatie zijn de luchthavengelden met gemiddeld 7 procent gestegen, terwijl vliegtickets zo’n 32 procent duurder zijn geworden. Die verhouding is scheef. Volgens directeur-generaal Olivier Jankovec hebben Europese luchthavens hun investeringen de komende twee jaar bijna gehalveerd tot 18,4 miljard euro.