NEW YORK - Bij het onderzoek naar de crash met een Boeing 737-800 van Turkish Airlines in 2009 bij Schiphol is de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) onder druk gezet om conclusies over ontwerpfouten van Boeing af te zwakken. Dat meldt de New Tork Times. Bij de ramp met vlucht TK1951 kwamen negen inzittenden om het leven, onder wie de drie piloten.
Na de crash werd de schuld met name gelegd bij de piloten. Zij hadden niet in de gaten dat het vliegtuig reageerde op foute informatie van een defecte hoogtemeter. Toen de Boeing vlak voor de landing veel snelheid verloor grepen de piloten niet adequaat in en stortte het neer op een akker.
De inmiddels in Australië woonachtige hoogleraar Sidney Dekker kreeg van de OVV de opdracht om onderzoek te doen naar de menselijke factoren bij het vliegtuigongeluk. Hij meldt in de New York Times dat zijn deelstudie uit de media werd gehouden en nauwelijks terugkwam in het eindrapport.
De Amerikanen wisten volgens hem al jaren van de problemen met de hoogtemeter, maar gingen ervan uit dat piloten het op konden lossen. Boeing bracht een software-update uit voor de 737NG (de 737-600 tot en met -900), maar niet voor de oudere variant van de 737-800.
Volgens Dekker en een andere, anonieme bron hebben Boeing en de FAA met succes geprobeerd om de schuld vooral bij de Turkish Airlines-piloten te leggen om zo de aandacht van de ontwerpfouten in de Boeing 737NG af te leiden.
De New York Times legt een link tussen de crash met vlucht TK1951 en de twee noodlottige ongevallen met Boeing 737 MAX-toestellen in 2018 en 2019. In alle drie de gevallen was een belangrijk computersysteem afhankelijk van slechts één sensor, terwijl er twee waren.
In het geval van de beide MAX-crashes was overigens geen sprake van een probleem met de sensor van de radiohoogtemeter, maar met een onbetrouwbare Angle of Attack-sensor. Het Maneuvering Characteristics Augmentation System (MCAS) zorgde er daarbij voor dat de neus herhaaldelijk omlaag werd gedrukt.
Volgens Dekker is uiteindelijk maar ongeveer een A4'tje van zijn negentig pagina's tellende rapport in het eindrapport meegenomen. De OVV schrijft in een reactie op de publicatie aan de NOS dat deelrapporten meestal niet apart worden gepubliceerd. Volgens de onderzoeksraad is het gebruikelijk dat betrokken partijen inzage krijgen in het rapport, en dat commentaar soms tot aanpassingen leidt.