Het verschil met de rest van de wereld wordt ook steeds groter. In een week tijd is een kwart van de capaciteit in West-Europa verloren gegaan, wat erop neerkomt dat er ruim 1,5 miljoen stoelen minder ingepland staan dan vorige week (het equivalent van 9000 Boeing 737-vluchten).

Ter vergelijking: de op één en twee na zwaarst getroffen regio’s zijn Zuidoost-Azië (-59 procent ten opzichte van vorig jaar) en Oost- en Centraal-Europa (-58,6 procent). Wereldwijd ligt de capaciteit in de luchtvaart deze week 49 procent lager dan vorig jaar.

Dat West-Europa zo slecht presteert, komt door de strenge lockdowns in combinatie met een kleine binnenlandse markt. Doordat veruit de meeste vluchten in dit deel van de wereld internationaal zijn, heeft de luchtvaart extra veel last van de reisrestricties.

Dat is een verschil met bijvoorbeeld Noord-Amerika (-49,3 procent), waar de meeste vluchten binnenlands zijn. Binnen de Verenigde Staten hanteren de meeste staten geen dwingende reisrestricties, al roept de federale overheid Amerikanen wel op om zo min mogelijk op pad te gaan.

Omdat de Chinese markt bijna volledig hersteld is van de coronacrisis, is de regio Noordoost-Azië het minst getroffen. De capaciteit ligt daar 'slechts' 25,2 procent lager.