Net een lekker visje gegeten. Morgenochtend is het weer vroeg dag, dus ik maak het niet te laat. Op het programma staat een simulatorsessie. Iedere verkeersvlieger moet elk half jaar weer examen doen in de simulator en de afgelopen twintig jaar is dat eigenlijk wat ik nog het meest gedaan heb, examens afnemen. Natuurlijk vlieg ik zelf nog een paar keer per maand, maar ik ben voornamelijk op de grond bezig.
Voordat ik naar bed ga, kijk ik nog even naar het nieuws op internet. Het is weer behoorlijk raak. Bijna botsing tussen verkeersvliegtuigen boven Noord-Holland en twee F-16's die elkaar ook net gemist hebben. Als je het leest, denk je meteen dat het een zooitje in ons luchtruim is. Dat we met zijn allen maar net aan een wisse dood zijn ontsnapt. Ik word er niet goed van. Krijg zelfs een beetje last van een opgeblazen gevoel.
Langzamerhand weet iedereen toch wel dat we in de luchtvaart goed bezig zijn. We hebben strakke procedures en prachtige elektronica die ervoor zorgt dat we iedere vlucht weer met een veilige landing kunnen afsluiten. Maar dat we als mensen fouten maken of iets missen is natuurlijk niet te voorkomen. Fouten maken is menselijk. De procedures en elektronica zijn er dan ook om die menselijke foutjes en missers op te vangen. Dat is precies wat er boven Noord-Holland gebeurd is.
De wereld begint te draaien. Ik voel me echt niet goed. Het wordt tijd om naar de WC te gaan. Even later hang ik boven de pot en zie ik mijn visje met grote kracht weer in zijn natuurlijke habitat terugstromen. Uitgeteld ga ik op bed liggen en realiseer me dat dit ook in de cockpit had kunnen gebeuren.
Plotselinge uitval van een vlieger oftewel 'pilot's incapacitation' is een van de meest voorkomende noodsituaties in de luchtvaart. Het is ook de belangrijkste reden dat er twee vliegers in de cockpit zitten. Naast de normale menselijke foutjes kunnen malaria, een hartaanval, oververmoeidheid of een verkeerd visje geheel onverwacht een situatie creëren, die pijnlijk duidelijk maakt dat wij gewone stervelingen de zwakste schakel in de vliegerij zijn.
Zwetend en rillend pak ik de telefoon en bel de afdeling training en examens: "Helaas kan ik er morgenochtend niet bij zijn. Er is een visje tussengekomen…"
Jan Cocheret
[email protected]