DALLAS - Door de torenhoge brandstofprijzen blijven veel luchtvaartmaatschappijen voorzichtig met het opstarten van nieuwe lijndiensten over grote afstand. De laatste maatschappij die terugkomt op een eerdere beslissing om een verre vlucht te lanceren, is American Airlines. Het bedrijf was van plan om in het voorjaar van 2009 tussen Chicago en Beijing te gaan vliegen, maar ziet daar voorlopig vanaf.

American heeft bij het Amerikaanse transportministerie toestemming gevraagd om de lijndienst met een jaar uit te stellen. In de VS moeten luchtvaartmaatschappijen toestemming vragen voor het starten en beëindigen van een nieuwe route naar landen waarmee bilaterale overeenkomsten zijn gesloten.

Eerder maakten ook andere maatschappijen bekend voorlopig af te zien van ultralange vluchten. Zo vroeg United om uitstel voor een nieuwe lijndienst tussen San Francisco en Guangzhou. Thai Airways zette een punt achter een directe vlucht tussen Bangkok en New York, omdat deze door de gestegen brandstofkosten niet langer overeind te houden viel.

In de laatste decennia is bij het ontwerpen van nieuwe vliegtuigen veel rekening gehouden met de wens van de luchtvaartmaatschappijen om ver te kunnen vliegen. Voor het overbruggen van grote afstanden moet echter veel kerosine mee de lucht in worden getorst. Die extra belasting zorgt juist weer voor een hoger brandstofverbruik, waardoor lange vluchten in veel situaties per passagier minder zuinig zijn dan vluchten van bijvoorbeeld acht of negen uur.