BRUSSEL - De Europese Commissie is een onderzoek gestart naar mogelijk ongeoorloofde financiële steun aan Tarom. De Roemeense overheid hielp de noodlijdende luchtvaartmaatschappij uit de brand met een lening van bijna 37 miljoen euro, maar Brussel heeft daarover nog een paar vragen.
Tijdens de coronacrisis schoten veel EU-landen de luchtvaartsector te hulp. Het is gebruikelijk dat de Europese Commissie daarvoor eerst toestemming geeft. In de meeste gevallen gebeurt dat ook, mits er aan strikte voorwaarden wordt voldaan. Zo mag er niet méér geld worden geleend dan nodig is, mogen er geen bonussen of dividend worden uitgekeerd en moet er worden aangetoond hoe het geld kan worden terugbetaald, zoals door een reorganisatieplan.
Tarom verkeert al jaren in zwaar weer. De Roemeense nationale luchtvaartmaatschappij richt zich uitsluitend op luchtvervoer binnen Europa, en heeft daarbij bijzonder veel last van prijsvechters als Wizz Air en Ryanair. Ook landgenoot Blue Air wint terrein.
Brussel keurde in februari 2020 een lening van 36,7 miljoen euro van de Roemeense overheid aan Tarom goed, en in mei dit jaar werd een herstructureringsplan overlegd. Onderdeel daarvan is een kostenverlaging, die onder andere moet worden bereikt door een flink aantal vliegtuigen van de hand te doen.
De Europese Commissie plaatst achteraf vraagtekens bij de staatssteun. Zo lijkt het erop dat Tarom de lening niet op tijd terug kan betalen, dat er te weinig in de kosten wordt gesneden én dat er niet genoeg wordt gedaan aan het voorkomen van oneerlijke concurrentie met het overheidsgeld.
In het verleden is het al voorgekomen dat Brussel ingreep. Zo werd de steun aan de inmiddels failliete luchtvaartmaatschappijen Malèv en Estonian Air als ongeoorloofd bestempeld.