BRUSSEL - Het herstel van het Europese vliegverkeer lijkt definitief voorbij. Eind oktober werd er nog een hoogtepunt bereikt, na maanden van groei, maar sindsdien neemt het vliegverkeer af. Niet alleen in absolute aantallen (dat is normaal voor deze tijd van het jaar), maar ook relatief gezien ten opzichte van dezelfde weken in 2019. Zorgen over de heropleving van het coronavirus en nieuwe reisrestricties spelen de luchtvaart parten.
In de laatste week van oktober bereikte het aantal vluchten 81 procent van het niveau in dezelfde week van 2019. Sindsdien is er een geleidelijke afname, zo blijkt uit cijfers van luchtverkeersleider Eurocontrol, tot 76,3 procent van het 2019-niveau afgelopen week. Dat is een afname van bijna 5 procentpunt in vier weken. Het aantal vluchten is de meest up-to-date statistiek over hoe het met de luchtvaart gaat; de passagiersaantallen worden meestal met een paar weken vertraging bekend.
Deze maand volgt de ene na de andere tegenslag. Eerst al de snelle toename van het aantal besmettingen in veel Europese landen, daarna de Oostenrijkse lockdown en het Oostenrijkse besluit om te tornen aan de geldigheidsduur van de vaccinatiecertificaten. Door de ontwikkelingen van de afgelopen dagen, gerelateerd aan de omikronvariant, is de kans op een verdere afname groot.
Hoewel het naar de meeste landen nog steeds mogelijk is om zonder al te veel gedoe te reizen, zorgt de opstapeling van negatief (corona)nieuws voor onzekerheid onder consumenten, en dus terughoudendheid om reizen te boeken. De Nederlandse reisbureaus merken dat duidelijk. Ook de baas van Europa’s grootste luchtvaartmaatschappij Ryanair, Michael O’Leary, gaf vorige week aan dat hij de boekingen duidelijk zag afnemen. Dat was nog voor de ontdekking van de omikronvariant.