NEW DELHI - Vier ministers uit de Indiase regering praten vandaag in New Delhi over de toekomst van de luchtvaart in het land. Dit melden Indiase media. Belangrijkste agendapunt is de mogelijkheid om buitenlandse maatschappijen toe te staan een aandeel van maximaal 49 procent te nemen in een Indiase maatschappij.
Aanleiding vormt de deplorabele staat van de Indiase luchtvaart. Volgens een opgave van het ministerie van luchtvaart stevenen vijf van de zes grote Indiase maatschappijen voor het boekjaar 2011-2012 af op verlies, voor een totaal van drie miljard dollar. Hun gezamenlijke uitstaande schuld loopt dit jaar op tot twintig miljard dollar.
Minister van luchtvaart Ajit Singh wil de maatschappijen nu de helpende hand toesteken. Hij overlegt met zijn collega's van financiën, energie en handel. ''Wij realiseren ons dat directe buitenlandse investering een belangrijke factor voor airlines is om uit de huidige financiële problemen te komen'', zei Singh tegen verslaggevers. 'Gewone' buitenlandse investeerders mochten tot nu toe wel geld steken in Indiase luchtvaartmaatschappijen, maar buitenlandse branchegenoten niet. Weinig investeerders van buiten de branche hadden belangstelling. In 2010 was de Amerikaans miljardair Wilbur Ross de enige uitzondering: hij investeerde in de Indiase low cost carrier SpiceJet.
Buitenlandse maatschappijen, waaronder British Airways, Singapore Airlines en AirAsia hebben eerder al te kennen gegeven wel te willen investeren in Indiase branchegenoten. India is met ruim 1 miljard inwoners na China het volkrijkste land ter wereld en door de sterke economische groei van het land (tien procent in 2010) is de potentie voor de luchtvaart groot.
Aan de vraag is dat ook te zien: het binnenlandse vliegverkeer groeide in de eerste elf maanden van 2011 met 17,6 procent tot 55 miljoen passagiers. Maar door de grote concurrentie tussen de maatschappijen, dure olie, een zwakkere rupee en hoge belastingtarieven hebben de meeste maatschappijen het moeilijk. Door een torenhoge accijns op brandstof bijvoorbeeld liggen de tarieven voor kerosine in India zestig tot zeventig procent boven het wereldgemiddelde. Minister Singh wil ook daar naar kijken. Hij stelt voor om Indiase maatschappijen toe te staan hun kerosine rechtstreeks in het buitenland te kopen. Verder wil de minister een soepeler regeling voor het betalen van luchthavengelden.
India is overigens niet het enige land waar de regels voor deelname van buitenlandse luchtvaartmaatschappijen beperkt is. Wereldwijd houden regeringen vast aan een plafond voor buitenlandse participatie. In de meeste landen ligt de grens bij 49 procent. Maar in de Verenigde Staten en Canada mogen buitenlandse maatschappijen nog steeds slechts 25 procent bezitten van een nationale branchegenoot.
Door Lolke van der Heide