SEOUL - Wereldluchtvaartorganisatie IATA waarschuwt landen in Zuid-Amerika om niet langer de handrem te houden op de groei van de luchtvaartsector. “Vliegen wordt daar gezien als melkkoe, terwijl er juist in moet worden geïnvesteerd in infrastructuur”, zegt Peter Cerdá, Regional Vice President Zuid-Amerika bij IATA.
Uit cijfers over 2018 blijkt dat de netto opbrengt per passagier in de regio ver achterblijft bij die van Europa en Noord-Amerika. “Marktbescherming, torenhoge belastingen en het uitblijven van noodzakelijke verbeteringen aan de infrastructuur zorgen ervoor dat de luchtvaart er niet gezond kan groeien”, aldus Cerdá.
Als voorbeeld noemt hij het uitblijven of pas laat op gang komen van de uitbreiding van de luchthavens van Mexico-Stad, Sao Paulo, Bogotá, Panama-Stad en Lima. “De politiek bemoeit zich teveel met randzaken”, vindt hij. Zo zijn er in een aantal landen strenge regels rondom buitenlands eigenschap en bemoeien lokale overheden zich met ticketprijzen. “Men ziet niet in dat de luchtvaart belangrijk is voor de economie en om mensen met elkaar te verbinden.” Hij benadrukt dat vliegen voor veel regio’s de beste manier van transport is. “In veel landen zijn de afstanden groot en zijn er weinig treinverbindingen.”
Toch zijn er ook positieve geluiden te melden. Zo kreeg het Spaanse Globalia, moederbedrijf van Air Europa, afgelopen week toestemming om binnen Brazilië te mogen vliegen. Daarnaast duiken er steeds meer prijsvechters op, waardoor vliegen goedkoper wordt voor de bevolking.
Lees een verslag van de IATA-top in Seoul in de juni-editie van Luchtvaartnieuws Magazine. Neem nu een voordelig abonnement.