De Europese Commissie heeft haar fiat gegeven aan een investering door de Duitse overheid van 1,7 miljard euro in Brandenburg, de luchthaven van Berlijn, die - zoals veel branchegenoten wereldwijd - zwaar is getroffen door de pandemie. Brandenburg is een staatsbedrijf: de stad Berlijn en de deelstaat Brandenburg bezitten elk 37 procent, de staat 26 procent.
Flughafen Brandenburg “Willy Brandt” zoals de officiële benaming luidt, verkeerde al enige tijd in zwaar weer en leek om te zullen vallen, hetgeen de Duitse autoriteiten koste wat kost wilden voorkomen. Naar verluidt pompen alle drie de aandeelhouders nu meer geld in de onderneming, om de liquiditeit te verhogen; de aandelenverhouding lijkt niet te zullen veranderen.
Eurocommissaris Mededinging Margrethe Vestager verdedigt in een verklaring de staatssteun als volgt: “Luchthavens zijn bijzonder hard getroffen door de uitbraak van het coronavirus en de geldende reisbeperkingen. Met deze maatregel draagt Duitsland bij aan de versterking van de eigenvermogenspositie van Flughafen Berlin Brandenburg en helpt het de onderneming het hoofd te bieden aan de economische gevolgen van de uitbraak."
Brandenburg (IATA-code BER) ging na jarenlang uitstel in oktober 2020 open en verving vanaf dat moment de twee andere luchthavens bij de Duitse hoofdstad: Tegel en Schönefeld. De kosten van de bouw waren door de vertraging in de jaren daarvoor opgelopen tot rond de tien miljard euro. Het aanvangen van de operatie middenin de coronacrisis was vervolgens niet bepaald een ideale start.
