DEN HAAG - De Nederlandse luchtvaart was afgelopen jaar nog steeds niet op het niveau van voor de coronapandemie, laten cijfers van het CBS zien. Vergeleken met 2019 vloog een kwart minder reizigers van en naar Nederland.
In totaal vlogen vorig jaar 61,3 miljoen passagiers van en naar een Nederlands vliegveld, ruim twee keer zoveel als in het jaar daarvoor. Driekwart van de passagiers bleef binnen Europa. Barcelona was de populairste bestemming met 1,5 miljoen reizigers, voor Londen Heathrow, Malaga, Lissabon en Dublin met elk 1,1 miljoen.
Meer vliegtuigen gingen in 2022 de lucht in en per vlucht was 76 procent van de stoelen bezet tegen 58 procent in 2021. In het laatste jaar voor de coronapandemie was dat 81 procent.
De zomervakantie was de drukste periode op Schiphol en op de luchthavens van Rotterdam, Den Haag, Eindhoven, Maastricht en Groningen en dat is terug te zien in de cijfers. In augustus vlogen 6,4 miljoen reizigers van en naar Nederland, in juli 6,2 miljoen. De drukste dag was maandag 1 augustus, toen 221.000 reizigers via de vliegvelden vlogen. Schiphol kampt sinds afgelopen mei met personeelstekorten, waardoor reizigers in de zomermaanden urenlang moesten wachten en sommigen hun vlucht misten. De luchthaven zegt dat de afgelopen maanden veel nieuwe medewerkers voor de beveiliging zijn aangetrokken, zodat de problemen rond week 11 voorbij moeten zijn. Zaterdag houdt Schiphol nog weer een banenmarkt om meer werknemers te werven.
Het aantal goederenvluchten steeg met 53 procent vergeleken met 2021 naar 463.000. Dit is nog altijd 18 procent minder dan in 2019. Wel lag de hoeveelheid vracht die werd vervoerd lager. In 2022 werd 1,5 miljoen ton goederen van of naar Nederland gevlogen, het jaar daarvoor was dit 14 procent meer. In 2019 werd iets meer vracht door de lucht vervoerd, 1,7 miljoen ton.