KUALA LUMPUR - In de zoektocht naar de vermiste Boeing 777 van Malysia Airlines, lijkt de tijd aangebroken om de onderzeeër Bluefin-21 in te zetten om de oceaanbodem af te zoeken. Na de sterke en hoopgevende signalen vorige week is er geen enkel mogelijk signaal meer van de vluchtdatarecorders opgepikt. Dit wijst er mogelijk op dat de batterijen die de zogenaamde locator beacons van stroom voorzien leeg zijn, wat de zoektocht verder compliceert. De laatste keer dat een 'ping' werd opgevangen, was op 8 april.
De zoektocht naar brokstukken van het toestel is maandag onverminderd doorgegaan. Er wordt steeds nauwkeuriger vastgesteld waar het toestel zich kan bevinden, maar de zoektocht blijft behoorlijk complex. De cockpit en flight data recorders liggen ergens in de oceaan, op 4,5 kilometer diepte en duizenden kilometers van land.
Op maandag zijn, volgens CNN, 12 vliegtuigen en 15 boten betroken bij de zoektocht naar wrakstukken en/of signalen van Malaysia Airlines vlucht 370
Groter zoekgebied
De data die is opgepikt vorige week is van essentieel belang om de locatie van de vluchtdatarecorders vast te stellen. Om die redden zijn onderzoekers doorgegaan met het afluisteren van de oceaan. Tegelijkertijd wordt het water oppervlakte afgespeurd in een groter zoekgebied dan de afgelopen dagen. Nog steeds hoopt men wrakstukken te vinden. Want ook wrakstukken kunnen helpen om het zoekgebied naar het toestel te verkleinen.
Vlucht MH370 was op 8 maart onderweg van Kuala Lumpur naar de Chinese hoofdstad Beijing, toen het na een uur van de radar verdween. Het toestel heeft daarna nog uren doorgevlogen richting de Indische Oceaan. Er wordt vanuit gegaan dat de transponder en andere communicatiemiddelen zijn uitgezet.
Van onze redactie