EINDHOVEN - De Japanse ruimtesonde Hayabusa keert deze maand terug op aarde. Een gedeelte althans, want het grootste deel van de sonde zal de tocht door de dampkring, met een snelheid van meer dan 12 kilometer per seconde, niet overleven.
Een groep van twintig wetenschappers, onder wie twee onderzoekers van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e), brengt de terugkeer van de sonde gedetailleerd in beeld.
Hayabusa heeft een reis van ruim zeven jaar achter de rug tot voorbij de baan van Mars. Geen ander ruimtevaartuig is zo ver weg geweest en weer naar de aarde teruggekeerd. Aan boord is een capsule met een monster van de asteroïde Itokawa. Het is de bedoeling dat die, dankzij een hitteschild en een parachute, heelhuids het aardoppervlak bereikt. Als dat lukt, is ook dat een primeur want niet eerder bereikte een monster van een asteroïde de aarde.
Vertraging
De reis van Hayabusa verliep allesbehalve vlekkeloos. De eerste poging om de 400 kilo zware sonde te laten landen op Itokawa en stof te laten verzamelen, mislukte. De tweede poging is, voor zover het Japanse ruimtevaartagentschap Jaxa heeft kunnen vaststellen, wel geslaagd. De terugreis van de ruimtesonde liep als gevolg van een brandstoflek drie jaar vertraging op en in november vorig jaar kampte Hayabusa met besturings- en motorproblemen.
Maar op 13 juni keert Hayabusa, nieuwe ongelukken of ongemakken voorbehouden, dan toch terug naar de aarde. De Eindhovense onderzoekers Bart Janssen en Christina Giannopapa zijn erbij als het gevaarte boven de Australische woestijn grotendeels in brokstukken uiteenvalt. Vanuit een vliegtuig op tien kilometer hoogte en op een veilige afstand van honderd kilometer. "Dichterbij hoef ik ook echt niet te zijn", aldus Janssen in het universiteitsblad Cursor.
Samen met hun collega's brengen zij het lot van Hayabusa met behulp van zeer geavanceerde filmapparatuur tot in het kleinste detail in beeld. De wetenschappers willen vooral weten hoe de sonde precies uit elkaar breekt. De werking van het hitteschild krijgt bijzondere aandacht. Gemeten wordt hoe heet dat precies wordt en hoe het materiaal zich daaronder houdt. Dat kan waardevolle informatie opleveren voor toekomstige, mogelijk bemande ruimtemissies naar Mars.
(c) ANP
Een groep van twintig wetenschappers, onder wie twee onderzoekers van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e), brengt de terugkeer van de sonde gedetailleerd in beeld.
Hayabusa heeft een reis van ruim zeven jaar achter de rug tot voorbij de baan van Mars. Geen ander ruimtevaartuig is zo ver weg geweest en weer naar de aarde teruggekeerd. Aan boord is een capsule met een monster van de asteroïde Itokawa. Het is de bedoeling dat die, dankzij een hitteschild en een parachute, heelhuids het aardoppervlak bereikt. Als dat lukt, is ook dat een primeur want niet eerder bereikte een monster van een asteroïde de aarde.
Vertraging
De reis van Hayabusa verliep allesbehalve vlekkeloos. De eerste poging om de 400 kilo zware sonde te laten landen op Itokawa en stof te laten verzamelen, mislukte. De tweede poging is, voor zover het Japanse ruimtevaartagentschap Jaxa heeft kunnen vaststellen, wel geslaagd. De terugreis van de ruimtesonde liep als gevolg van een brandstoflek drie jaar vertraging op en in november vorig jaar kampte Hayabusa met besturings- en motorproblemen.
Maar op 13 juni keert Hayabusa, nieuwe ongelukken of ongemakken voorbehouden, dan toch terug naar de aarde. De Eindhovense onderzoekers Bart Janssen en Christina Giannopapa zijn erbij als het gevaarte boven de Australische woestijn grotendeels in brokstukken uiteenvalt. Vanuit een vliegtuig op tien kilometer hoogte en op een veilige afstand van honderd kilometer. "Dichterbij hoef ik ook echt niet te zijn", aldus Janssen in het universiteitsblad Cursor.
Samen met hun collega's brengen zij het lot van Hayabusa met behulp van zeer geavanceerde filmapparatuur tot in het kleinste detail in beeld. De wetenschappers willen vooral weten hoe de sonde precies uit elkaar breekt. De werking van het hitteschild krijgt bijzondere aandacht. Gemeten wordt hoe heet dat precies wordt en hoe het materiaal zich daaronder houdt. Dat kan waardevolle informatie opleveren voor toekomstige, mogelijk bemande ruimtemissies naar Mars.
(c) ANP