Ik heb wel eens betoogd dat qua adrenaline-euforie de F-16-piloot het wel eens zou kunnen verliezen van de pizzakoerier. Vorige week kreeg ik aanvullend bewijs. Mijn oude Honda XR 500 weer uit de schuur gehaald, die jarenlang irreparabel was, tot via eBay opeens een pick up coil uit Perris, Californië bezorgd werd. Leve het internet. Ik kon weer rijden. En hoe.
De politie leest niet mee, dus ik kan rustig melden dat ik het traject Maarssen-Nieuwegein in achttien minuten heb afgelegd. En niet via de A27, welteverstaan. Adrenaline genoeg geproduceerd voor een jaar.
Als het om vliegtuigen gaat, zou die XR 500 vergelijkbaar zijn met een Pitts Special, of een Yak52. Wendbaar, groot koppel, perfecte PK-gewichtsverhouding. Ideaal voertuig voor de Asphalt Jungle.
Vreemd genoeg kiezen de meeste Nederlandse motorrijders voor Harley’s en BMW’s, als ze in het weekend een stukje gaan rijden. Die motoren zijn ontwikkeld voor de lange, lege wegen van Wyoming en Nieder-Bayern. Nederlanders staan ermee in de file in en rond Rotterdam. ‘Een zware is de ware’. Ze geven het zelf toe.
Zijn Nederlandse piloten ook zo? Misschien wel. De ultralight wordt gezien als een onvolwaardig vliegtuig. Aerobatic-eigenschappen worden aan de vliegveldbar minder vaak besproken dan die eeuwige kruissnelheden en het bijbehorende verbruik van mogas, avgas of jetfuel. Motorrijders heb ik in veertig jaar nog nooit over het verbruik van hun motor gehoord. Dat is ook erg hoog, zeg ik er meteen maar bij.
Ach, het zijn maar wat observaties over twee verschillende vormen van vervelingsbestrijding in het weekend. Wat valt er verder over te melden? Alles is beter dan met een karretje vol geurkaarsen door Tuincentrum Overvecht sjokken, zullen we maar zeggen.
Goof Bakker