CHICAGO - United Airlines biedt toch verontschuldigingen aan voor het hardhandige optreden tegen een passagier die weigerde een overvol vliegtuig te verlaten. "We nemen de volle verantwoordelijkheid. We gaan het goedmaken", zei topman Oscar Munoz dinsdag in een verklaring.
De luchtvaartmaatschappij kreeg wereldwijd enorm veel kritiek over zich heen nadat een passagier hardhandig van een overboekte vlucht werd gehaald. Het filmpje waarop is te zien hoe de man van Chinese afkomst letterlijk wordt weggesleept en gewond raakt aan zijn hoofd is alleen al op Chinese social media 360 miljoen keer bekeken.
Witte huis
Eerder vandaag had Munoz juist de handelswijze van het personeel verdedigd in een e-mail aan alle werknemers. "De man gedroeg zich agressief, de juiste procedures zijn gevolgd, maar er is wel een les te trekken." Die opmerking leidde tot nog meer kritiek. Zelfs het Witte Huis veroordeelde de handelswijze van United Airlines.
Woordvoerder Sean Spicer sprak dinsdag zijn afschuw over het voorval uit tijdens een reguliere persconferentie op het Witte Huis. "Als iemand door het gangpad van een vliegtuig wordt gesleept met bloed op z'n gezicht, kun je niet volstaan met te zeggen: dat had een beetje beter gekund."
Overboekt
Het voorval gebeurde zondag in Chicago. Een vlucht van United naar Louisville was zo overboekt dat het cabinepersoneel een passagier moest aanwijzen om van boord te gaan. Op die manier zouden vier United crewleden als passagier mee kunnen vliegen. Ondanks vergoedingen tot 1000 dollar was niemand bereid vrijwillig uit te stappen. Het cabinepersoneel besloot toen een willekeurige passagier aan te wijzen.
De aangewezen passagier, een arts met Aziatisch uiterlijk, weigerde echter van boord te gaan. Daarop besloot United de luchthavenpolitie in te schakelen. Die werkte de man hardhandig het vliegtuig uit. Later mocht de man overigens, met bebloed gezicht toch mee vliegen. Aanvankelijk richtte de wereldwijde kritiek zich vooral op de keuze van het cabinepersoneel een Aziaat uit het vliegtuig te zetten.
(c) ANP