Deze zomer buitelden de artikelen over klimaatopwarming in relatie tot reizen en (vlieg)vakanties over elkaar heen. Er was ook alle aanleiding toe, natuurlijk. De beelden van Rhodos, Corfu en Slovenië waren even dramatisch als indrukwekkend. Minder indrukwekkend - zeg maar gerust: ergerniswekkend - vond ik de framing van vakantiegangers en reizigers die zeker op social media werden afgeschilderd als klimaatvluchtelingen, als veroorzakers van die bosbranden en als harteloze toeristen die alleen maar oog hadden voor hun eigen (eerste) wereld en volstrekt geen oog hadden voor noden van de zwaar getroffen lokale bevolking. Zeker in komkommertijd doen ongelukkige quotes van argeloze getroffen vakantiegangers het goed in de kranten. Ze voeden het zure leedvermaak bij de verregende thuisblijvers.
Zonder al die rampen te bagatelliseren (want er is wel degelijk iets aan de hand) weten wij in de reissector dat bosbranden, overstromingen en hagelbuien elke zomer wel voorkomen. Sterker nog; de jarenlange ervaring heeft ervoor gezorgd dat wij zeer professioneel zijn geworden in het bijstaan en repatriëren van onze klanten. De manier waarop wij dat doen, in samenwerking met het Calamiteitenfonds, is nog steeds uniek in de wereld. Maar omdat ik de relativering wel heb gemist in alle uitingen, toch nog even de kanttekening dat alle bosbranden van dit jaar tot nu toe nog onder het gemiddelde liggen gemeten over de jaren 2006 tot 2022. Griekenland ligt ‘slechts’ 7 procent boven het gemiddelde, maar landen als Spanje (-15 procent) , Italië (-21 procent) en Cyprus (-85 procent) liggen onder het gemiddelde.
Daarmee zeg ik niet dat er niets aan de hand is. Goed bosbeheer heeft ongetwijfeld bijgedragen aan minder bosbranden, maar de intensiteit van al die calamiteiten is natuurlijk wel toegenomen. In die zin denk ik dat 2023, ook in de mindset van consumenten bij de keuze voor een vakantiebestemming een verandering teweeg zal brengen. Klimaatopwarming gaat zonder twijfel gevolgen voor onze sector hebben. Verschuivingen van toeristenstromen, gevolgen voor bestaande infrastructuur op traditionele bestemmingen en het bouwen van nieuwe infrastructuur op nieuwe ontvangende locaties zijn onvermijdelijk.
Maar we moeten nu ook eindelijk eens een discussie gaan starten over ‘spreiding’; veel meer flexibiliteit in de schoolvakanties. Iedereen wil namelijk alles tegelijk, en dat maakt dat populaire vakantiebestemmingen overspoeld worden door vakantiegangers, precies in die periodes dat de kans op noodweer het grootst is.
Bij een toekomstvisie met betrekking tot toerisme en vakanties hoort dus niet alleen het ontwikkelen en uitbouwen van nieuwe bestemmingen, daar hoort niet alleen bij concurrerende alternatieven ontwikkelen voor vliegverkeer maar ook andere periodes waarop mensen op vakantie gaan. Dat zijn de ingrediënten voor een noodzakelijke systeemwijziging voor toekomstgericht toerisme.
Als ANVR zijn wij samen met onze achterban maar een klein radartje in dat geheel. Dat neemt niet weg dat wij niet weglopen voor onze verantwoordelijkheid, voor de zaken die binnen onze invloedssfeer liggen. Daarom zijn wij inmiddels druk met het ontwikkelen van een nieuwe ambitieuze duurzaamheidsambitie die wij in november op het ANVR Congres willen presenteren.