U kunt dan wel hard hebben gewerkt voor uw brevet, en u kunt zich dus piloot noemen, maar toch bent u nog lang niet waar u wezen wilt. Daarom wat tips om de door de wol geverfde prof uit te hangen die u eigenlijk wilt zijn.
Wandel nonchalant naar een willekeurig, wat groter toestel, wijs op de neus en zeg: “Leuke constant speed prop zit er op die bak, maar is dat OEM (ooh ieh èmm) of een third party retrofit?” (zeurd paartie rietroefit).
Wacht de reactie niet af, maar zeg vervolgens, wijzend op een willekeurige staart: “Een T-tail heeft mijn voorkeur boven een conventionele, maar in een deep stall vertrouw ik het herstellend vermogen niet. Een goed compromis is de crucifix tail, wat mij betreft.”
Kijk dàn bent u goed bezig. Loop vervolgens een willekeurig havengebouwtje binnen, waar met enig geluk een paar mensen over een vliegkaart gebogen staan. Wijs even op een willekeurig rood gebiedje en zeg: “Om deze military restricted area te crossen roep ik altijd gewoon Wuppertal Central op. Dan hoef je alleen je callsign en door te geven en dan is het any time ok.”
Het makkelijkst is natuurlijk om met een vliegkaart onder de arm het restaurant binnen te lopen. U pakt dan uw telefoontje en u belt daarmee een nogal dure verhuurder. Met enig geluk kunt u dan met de persoon andere kant een heel verhaal ophangen over de Vfwe (vie fleps ent wiels ekstendut), en de maximum rudder deflection speed van het toestel. Dat kan verdraaid indrukwekkend klinken in de oren van het cola-drinkende publiek.
U kunt natuurlijk pech hebben dat er een ouwe kennis binnen loopt en zegt: “Hé, Harry, gefeliciteerd met je first solo!” Maar dat risico moet u als professioneel piloot gewoon kunnen en durven lopen.
Goof Bakker