Ik zit gezellig in de achtertuin bij kennissen te genieten van het heerlijke Nederlandse zomerweer. Gelukkig valt de zomer dit jaar precies vandaag. Het kan tussen de regenbuien best eens een keer meezitten. Terwijl wij het over de geweldige Nederlandse sportsuccessen van deze zomer hebben, vliegt er een bal met een mooie boog over de heg en ploft boven op de barbecue. Het ritueel verbranden van gemarineerd dood vlees is gelukkig nog niet begonnen.
Vijf seconden nadat de bal geland is, wurmt zich een prachtige blonde vrouw door de heg. Ze verontschuldigt zich voor de bal en vraagt of het goed is dat ze hem zelf even komt halen. De gastheer kent haar niet, maar vindt het allemaal best. Dan kijkt de vrouw mij indringend aan, na een tijdje gevolgd door een blije uitroep: “Hé Jan, wat toevallig om jou hier tegen te komen! Woon jij hier?”
Natuurlijk is het ontzettend leuk om op zo’n manier een oude bekende tegen te komen. Toeval zit in een klein hoekje. Het enige probleem is, dat ik absoluut niet weet wie het is. Hoe ik mijn hersens ook pijnig, er borrelt geen enkele bruikbare connectie op.
Het is niet de eerste keer dat dit gebeurt. Ik word regelmatig door wildvreemde vrouwen herkend en enthousiast aangesproken. Gelukkig weet ik inmiddels ook waar het door komt. Het zijn stewardessen in hun vrije tijd. In het vliegtuig zijn ze vrij gemakkelijk te herkennen. Haartjes strak naar achteren en onberispelijk in het uniform. Meestal hebben ze naambordjes op, dat maakt het plaatje compleet.
De volgende ochtend in het hotel, kan het zomaar zijn dat ik op weg naar het ontbijt met vier stewardessen in de lift sta, die ik geen van allen herken. Strakke topjes, wilde haren en nonchalant gescheurde jeans boven een paar flitsende gympen. Ik durf ze niet aan te kijken. Zijn ze het nou wel, of zijn het niet? Misschien zijn het accountmanagers op een reclamecongres. Of tandartsassistentes op cursus.
Ik doe net of ik enorm met mijn iPhone bezig ben, als de eerste me uit mijn lijden verlost: “Goeiemorgen Jan, lekker geslapen?”
Het hele tuingezelschap kijkt mij verwachtingsvol aan. “Je weet niet meer wie ik ben”, zegt de blonde vrouw glimlachend. Ik zet ook mijn blije gezicht op: “Natuurlijk wel. Je bent stewardess, ik kan alleen niet op je naam komen. Help me even!”
Ze komt enthousiast op me af: “Natuurlijk, we hebben elkaar vorige week ontmoet. Ik ben de baas van je vrouw, mijn naam is….”
Jan Cocheret
[email protected]