Lange dagen, korte nachten. Het is geen onbekend fenomeen voor de gelukkigen die het mooiste vak ter wereld mogen uitvoeren. Vandaag heb ik vier vluchten gedaan in een werkdag die uiteindelijk twaalf uur en tien minuten zou duren
Om half acht lopen we het hotel in. Ik had al gezien dat er geen restaurant is, dus heb ik vanuit de cockpit met mijn telefoon al wat besteld bij Uber Eats. De bezorgtijdgok komt precies goed uit, want mijn bestelling komt drie minuten na mij het hotel binnen. Snel naar de kamer, TV aan, uniform uit, koffertje open, toiletspullen naar de badkamer, strijkbout klaarzetten, schoon maar verkreukeld overhemd uit de koffer op de strijkplank en het eten op tafel. Eventjes rust. Morgenochtend gaat om vijf uur de wekker. We gaan om zes uur naar het vliegveld en om zeven uur staan we weer klaar voor vertrek.
Bij ons in de businessjets weet je nooit hoeveel vluchten je gaat maken of waar je de volgende dag weer een bed instapt. Het schema dat de afdeling indeling voor je creëert, bepaalt hoe je leven eruitziet op de dagen dat je werkt. Soms doe je een dag helemaal niets, maar vandaag zijn we laat klaar en morgen dus vroeg weer op. Vliegen, eten, slapen. Maar nog steeds de mooiste baan ter wereld.
Om negen uur doe ik het licht uit. Ik kan precies acht uur slapen en dat is prima. Gelukkig kan ik altijd en overal slapen en dat helpt in ons beroep zeker mee. Op het moment dat ik in slaap dreig te vallen, hoor ik in de kamer naast me dat een man en een vrouw elkaar erg leuk vinden. Langzaam maar zeker zwelt het ritmische geluid aan. De man gromt, de vrouw gilt en hun bed bonkt tegen de muur, mijn muur. Het geluid wordt harder en harder en slapen wordt nu zelfs voor mij lastig. Daar gaat mijn acht uur slaap. Ik doe mijn ontspannings- en concentratieoefeningen; niet vechten tegen dingen die je toch niet kunt veranderen. Na een minuut of tien komt het in de kamer naast mij tot een hoogtepunt, gevolgd door een weldadige stilte.
Als de wekker gaat, kijk ik meteen op mijn telefoon of er nog schemawijzigingen zijn. Ik check de vluchtgegevens en het weer op de vliegvelden die we vandaag aan zullen doen. Dan douchen, inpakken, aankleden. Vlak voor ik de kamer verlaat, doe ik de ‘hotelcheck’. Sinds ik dat doe heb ik nooit meer een oplader, onderbroek of iPad onbedoeld in een hotel achtergelaten. Tien minuten later open ik de deur van ons vliegtuig. Een prachtige nieuwe vliegdag ligt voor ons.
Deze column is eerder verschenen in Luchtvaartnieuws Magazine. Klik hier om een los nummer te bestellen of neem een voordelig abonnement.