Als een jong meisje komt de 74-jarige Sandra onze vliegtuigtrap op gehuppeld. Ze kijkt me vrolijk aan en terwijl ik haar even vrolijk welkom heet, begint ze haar verhaal: “Ik ben mijn hele leven stewardess geweest en nadat mijn man was overleden, heb ik deze vorm van vliegen ontdekt. Nu vlieg ik af en toe voor een paar dagen met vriendinnen in een van jullie prachtige zakenvliegtuigen naar bijzondere vakantieplekjes.”
De drie vriendinnen van Sandra hebben inmiddels in de cabine van ons achtpersoons vliegtuig plaatsgenomen. Jaren geleden leerden ze elkaar kennen bij de grote luchtvaartmaatschappij waar ze werkten. Na hun pensionering zijn ze dikke vriendinnen gebleven. Sandra gaat enthousiast door: “Ik vlieg ook wel eens met de grotere vliegtuigen uit jullie vloot, maar daar zit dan weer een stewardess van jullie op. Die doen het fantastisch hoor, daar niet van, maar ik doe het toch liever zelf. Dat gaat er nooit meer uit. Het vak van stewardess is het mooiste dat er is!”
Het wordt tijd voor het praatje van de piloot. Ik vertel hoe lang de vlucht gaat duren, maar op het moment dat ik met de veiligheidsprocedures wil beginnen, laat Sandra subtiel weten dat dat echt niet hoeft. Deze dames kennen alle procedures uit hun hoofd en weten precies waar ze de zwemvesten, de zuurstofmaskers en de nooduitgang kunnen vinden.
Mijn copiloot heeft alle voorbereidingen in de cockpit afgerond en nadat ik ook in mijn stoel ga zitten, starten we de motoren. Toen ik vijf jaar geleden hier begon, was ik benieuwd naar de passagiers. Wij vliegen natuurlijk meestal met de ‘rich and famous’, maar wie dat zijn en hoe ze zich gedragen, was voor mij op dat moment de grote vraag. Inmiddels ben ik erachter dat het over het algemeen hele rustige en bescheiden mensen zijn, die alles wat met het vliegen te maken heeft, totaal aan ons toevertrouwen. Met onze Sandra lag het ietsjes anders.
Tijdens de klim staat ze plotseling in de cockpit. In onze vliegtuigen zit geen gebarricadeerde deur, dus als je wilt langskomen is er niets dat je tegenhoudt. Ze geeft ons ieder een bordje met koekjes en andere lekkernijen en begint een gezellig ‘crewgesprekje.’ Zoiets heb ik op onze zakenvliegtuigen nog nooit meegemaakt en ik weet eerlijk ook niet goed hoe ik hiermee om moet gaan. Voor alles is een eerste keer, zullen we maar zeggen.
Halverwege de vlucht komt Sandra nog een keer langs met een prachtig opgetuigd dienblad waarop ik mijn crewmaaltijd denk te herkennen. Ik vraag me niet eens af waar ze die gevonden heeft. Het is een bijzondere vlucht met hele bijzondere passagiers en dan moet het hoogtepunt nog komen. Nadat we het vliegtuig geparkeerd hebben op de plaats van bestemming, klinkt alweer de volgende totaal onverwachte vraag: “Is dit misschien een goed moment voor de debriefing?”
Als een echte purser wil Sandra blijkbaar de vlucht van vandaag nog evalueren. Er kraakt een schor ‘OK’ uit mijn verbaasde keel. Nou, volgens haar was alles prima gegaan, iedereen was blij en tevreden. De maaltijden waren uitstekend en wij hadden duidelijk gecommuniceerd en rustig gevlogen. Ter afsluiting geeft ze mijn copiloot en mij ieder een envelopje. Over de inhoud kan ik om belastingtechnische reden niets prijsgeven, maar laten we zeggen dat het substantieel is.
Aan deze onverwachte debriefing heb ik verder weinig toe te voegen. Het enige dat ik nog wel kan uitbrengen: “Wat is het toch heerlijk als je plezier in je werk hebt! Laten we elkaar daarvoor in ieder geval de hand schudden!”