Wereldwijd opererende luchtvaartmaatschappijen verschillen in principe niet zo veel van elkaar. Dat bleek onlangs nog eens toen Qatar Airways aankondigde Amsterdam in zijn wereldwijde (passagiers) netwerk op te willen nemen omdat de bestemming vanuit Doha iets toevoegt. Wat dat betreft is er geen verschil met de KLM. De missie van KLM is immers (onder meer) om toegang tot elke markt te krijgen die kwaliteit aan het wereldwijde netwerk van Amsterdam toevoegt.
En tussen de beide thuisbases van deze airlines bestaan ook meer overeenkomsten dan verschillen. Doha airport wil de luchthavenbelevenis opnieuw definiëren met groot comfort voor alle passagiers. Nou, dat lijkt verdacht veel op het doel dat Schiphol nastreeft: de favoriete luchthaven voor alle passagiers zijn.
Ze willen allemaal dezelfde doelen bereiken, maar de een vindt van de ander dat die een voordeel boven hem heeft. Een mooier product of een lagere prijs en dat is niet eerlijk! Pas als iedereen aan dezelfde voorwaarden voldoet, is er sprake van eerlijke concurrentie. Dat heet: dan heb je een ‘level playing field’.
Maar hoe toon je nu aan dat de ene speelhelft iets flauwer omhoog loopt dan de andere? En door wie komt dat dan? Als de ene airline aan passagiers gewoon een veel beter product aanbiedt dan de andere, dan liggen de verhoudingen wel scheef, maar is dat ook oneerlijk?
Wat mij in ieder geval oneerlijk lijkt, is het verbieden van bijvoorbeeld de uitbreiding van het aantal passagiersvluchten naar een bepaalde bestemming. Lees: Qatar Airways naar Amsterdam. Let wel: zonder dat je zeker weet of er ergens iets scheef ligt. In de rechtspraak ben je pas schuldig als bewezen is dat je iets verkeerd hebt gedaan. In ieder geval niet op basis van een vermoeden. Een vermoeden dat je eerst nog ’s rustig wilt laten uitzoeken door Europa.
De Nederlandse staatssecretaris die nu al zo’n verbod oplegt aan een marktpartij die zijn doelen nastreeft, begeeft zich niet alleen op glad ijs, maar ook op een flinterdun laagje. Het heeft geen enkele zin om een beetje voorbarig een luchtvaarthek om Nederland heen te zetten. Want Nederlandse reizigers kennen hun mogelijkheden en springen zo over dat hek heen naar Brussel, Düsseldorf en Frankfurt. Onze klanten laten zich niet zo in hun keuze beperken.
Ik zou zeggen: maak van een bedreiging een uitdaging! Tel je knopen. Laat Air France z’n financiën eindelijk op orde krijgen door afscheid te nemen van partner KLM. In een nieuwe structuur samen met een airline uit het Midden Oosten kan de Nederlandse maatschappij veel meer tot ontplooiing komen.
Aan het personeel van KLM zal het niet liggen, want die hebben laatste jaren laten zien de klant centraal te kunnen en willen stellen. Maar dan moet het product wel meer aansluiting vinden bij de nieuwe standaarden zoals die nu in de golfregio worden neergezet. En natuurlijk mag de prijs niet te nadelig zijn.
Niet alleen de Nederlandse airline kan profiteren van zo’n nieuwe samenwerking, ook de airport Schiphol zal er niet slechter van worden. Immers, een partnerschap met een luchthaven in het Midden Oosten biedt strategisch veel meer kansen dan met de vlakbij gelegen concurrent Parijs. Bovendien laat de Franse overheid steeds meer blijken meer macht en invloed te willen in de nationale luchtvaart. En daar is het hemd van Air France nader dan de rok van KLM.
Daar komt nog bij dat de Nederlandse mentaliteit en handelsgeest heel goed kan gedijen in een structuur met een airline uit het Midden Oosten. Er zijn nu al voorbeelden te over van Nederlandse airline specialisten in dienst bij deze carriers. Dat is ook niet voor niets. Al met al lijkt het zo gek nog niet om de bakens te verzetten en van een bestaande bedreiging een uitdaging voor de toekomst te maken.
John Jansen
International Boardmember ATPI