DEN HAAG - Bij het neerstorten van een zakenvliegtuig in Weert in 2009 was de piloot waarschijnlijk gedesoriënteerd. Dat blijkt maandag uit een rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Bij het ongeluk met het eenmotorige turbopoptoestel van het type Pilatus PC-12 kwamen de piloot en zijn passagier om het leven. Het vliegtuig vloog vanaf Kempen Airport bij Budel naar Duitsland toen vlak na het opstijgen de automatische piloot uitviel.
Om de automatische piloot weer in te schakelen moest de piloot diverse schermen in de gaten houden. De hoofdbewegingen die hij daarbij maakte hebben in combinatie met het stijgen van het toestel, een grote bocht naar links en dichte bewolking waarschijnlijk tot ruimtelijke desoriëntatie geleid, stellen de onderzoekers. Het ontbrak de piloot bovendien aan training en ervaring van om de PC-12 tijdens een afwijkende situatie met de hand te besturen.
Het vliegtuig verkeerde, voor zover dat kon worden nagegaan, technisch in goede staat van onderhoud. "Uit het onderzoek aan het vliegtuig, de motor en propeller kan worden geconcludeerd dat het vliegtuig met een werkende motor en draaiende propeller de grond heeft geraakt", stelt de Onderzoeksraad. Het vliegtuig was vijf maanden oud en had ruim 95 uur gevlogen.
Het onderzoek werd bemoeilijkt vanwege het feit dat het vliegtuig niet was uitgerust met apparatuur dat vluchtgegevens opslaat. De Zwitserse fabrikant Pilatus heeft besloten nieuwe vliegtuigen van hetzelfde type voortaan standaard uit te rusten met apparatuur voor vluchtregistratie.
Verongelukte Pilatus PC-12 pas enkele maanden oud
PC-12 stort neer in weiland bij Weert: twee doden
(c) Reismedia / ANP