TOULOUSE - Door vliegtuigen kort achter elkaar te laten vliegen kan een flinke hoeveelheid brandstof en uitstoot worden bespaard. Dat is de conclusie van een speciale proefvlucht die Airbus uitvoerde met twee A350’s tussen Toulouse en Montreal.
De toestellen vlogen op dezelfde hoogte, met een tussenafstand van drie kilometer. Normaliter vliegen verkeersvliegtuigen niet zo dicht op elkaar, maar Airbus wilde bestuderen hoe efficiënt het zou zijn om het ene toestel in het kielzog van het andere te laten vliegen. Het resultaat: vijf procent minder brandstofverbruik en zes ton minder uitstoot van het achterste vliegtuig, dat minder motorvermogen hoefde te benutten.
Airbus keek het principe af van vogels, die tijdens hun trek ook gebruik maken van elkaars slipstream om zo efficiënt mogelijk te vliegen. De Europese vliegtuigbouwer hoopt met het experiment te hebben aangetoond dat dicht op elkaar vliegen mogelijk én veilig is. Dat laatste wordt onder andere gewaarborgd door aanpassingen aan de besturingssystemen.
Indien het zogeheten fello’fly-principe wordt goedgekeurd voor gebruik door luchtvaartmaatschappijen voorspelt Airbus een revolutie, die bij kan dragen aan het reduceren van de uitstoot van schadelijke gassen.