HELSINKI - Honderden piloten en cabinemedewerkers van Finnair worden mogelijk gedwongen naar huis gestuurd nu de Finse luchtvaartmaatschappij een stuk minder naar Azië vliegt. Door de sluiting van het luchtruim boven Rusland zag Finnair zich genoodzaakt veel vluchten te schrappen.
Bestemmingen als Bangkok, Delhi, Phuket en Singapore worden vooralsnog aangevlogen, en op 9 maart komt ook Tokio terug in de dienstregeling. Naar andere steden in Japan, China en Zuid-Korea gaan er voorlopig geen vluchten, omdat er dusdanig moet worden omgevlogen dat het instand houden van die vliegverbindingen economisch verantwoord zou zijn.
Volgens Finnair wordt er nu met de vakbonden overlegd over het tijdelijk met verlof sturen van 90 tot 200 piloten en 150 tot 450 cabinebemanningsleden voor wie nu voorlopig geen werk is. Ook wordt gekeken wat er moet gebeuren met personeel dat in het buitenland gestationeerd is.
COO Jaakko Schildt noemt het spijtig dat er opnieuw over het verplicht naar huis sturen van personeel moet worden gesproken. “Een groot aantal van onze collega’s heeft tijdens de coronacrisis al lange tijd thuis gezeten. Voor hen is dit een bijzonder bittere pil.”
Tijdens de coronacrisis waren de vluchten naar Azië goed voor de helft van de omzet van Finnair. Doordat er nu uren moet worden omgevlogen én de olieprijs door het dak schiet kan er volgens de luchtvaartmaatschappij naar veel Aziatische bestemmingen niet rendabel worden gevlogen.