DEN HAAG - De demissionaire minister van Infrastructuur en Waterstaat, Barbara Visser, vindt het vanuit milieuoogpunt onwenselijk dat luchtvaartmaatschappijen zoals TUI lege vliegtuigen tussen Nederlandse luchthavens laten vliegen voor zogeheten positioneringsvluchten. Haar ministerie gaat de luchtvaartmaatschappijen daarop aanspreken.
Dat laat Visser weten in een reactie op Kamervragen van de SP en GroenLinks. Deze partijen vroegen de minister om actie naar aanleiding van mediaberichten dat TUI deze zomer regelmatig een lege Boeing 737 uit Schiphol laat overkomen naar Eindhoven Airport. Door het beperkte TUI-vluchtaanbod vanaf de Brabantse luchthaven kan die 737 niet de hele week in Eindhoven blijven.
De minister schrijft dat het vanwege Europese regelgeving lastig is om dit soort vluchten te verbieden, maar ze vindt ze “vanuit het oogpunt van energiegebruik (emissies) en hinder (geluid) ongewenst”. Ze vervolgt: "In onze contacten met de luchtvaartmaatschappijen zal mijn ministerie hen aanspreken op de onwenselijkheid van deze vluchten en op het belang van het zoveel mogelijk beperken ervan."
Overigens gaat het maar om een zeer klein percentage van het totale aantal vluchten op Nederlandse luchthavens. Op Schiphol is het 0,04 procent van het totaal, op Eindhoven 0,40 procent en op Rotterdam Airport 1,15 procent. “Indicatief gaat het hier wat betreft CO2 om een zeer gering promillage van de totale uitstoot van de uit Nederland vertrekkende vluchten”, aldus Visser.
TUI verwacht in 2022 weer een vliegtuig op Eindhoven Airport te stationeren, waardoor er minder positioneringsvluchten tussen Eindhoven en Schiphol nodig zijn. Ook andere maatschappijen, zoals Transavia, voeren af en toe dit soort vluchten uit.
Visser (VVD) volgde in augustus Cora van Nieuwenhuizen op, die vertrok voor een lobbyfunctie.