Hoewel de regering de CO2-uitstoot wil verminderen, Schiphol wil krimpen, vliegen zwaarder belast en reizen per trein stimuleert, is er onder rijksambtenaren nog geen grote gedragsverandering wat betreft vliegen. In 2023 pakten zij weer ongeveer net zo vaak het vliegtuig voor zakelijke reizen als in de jaren vóór corona. Dat blijkt uit informatie die staatssecretaris Van Huffelen dinsdag met de Tweede Kamer heeft gedeeld.
Rijksambtenaren maakten in 2023 zo’n 35.000 zakelijke vliegreizen. Dat is iets meer dan het gemiddelde in de laatste twee jaar voor de coronacrisis, toen zij gemiddeld ruim 33.000 zakelijke vliegreizen maakten (27.000 in 2018 en 40.000 in 2019). Reizen van het ministerie van Defensie zijn in die aantallen niet meegenomen. Tijdens de pandemie waren de cijfers uiteraard veel lager.
Zowel in 2018, in 2019 als in 2023 reisden de rijksambtenaren zo’n 5.000 keer in Business Class. Ook daarin zit dus niet veel verandering. De overige reizen vonden in Economy Class plaats. Het beleid is dat bij een vlucht van minder dan zes uur de reis in Economy Class wordt gemaakt, en het reizen in Business Class is toegestaan als de vlucht zes uur of meer bedraagt.
Wel mogen rijksambtenaren er bij lange vluchten vrijwillig voor kiezen om in Economy Class te reizen en zo de CO2-uitstoot van hun reis te beperken, maar daar is maar beperkt animo voor.
Een overzicht van het aantal ambtelijke vliegreizen, gesplitst tussen Economy Class (EC) en Business Class (BC).