DEN HAAG - De Nederlandse staat doet niet mee aan de uitgifte van een nieuwe obligatielening door Air France-KLM. Dat schrijft minister Sigrid Kaag van Financiën in een brief aan de Tweede Kamer. Ook de Franse overheid heeft besloten niet deel te nemen aan deze nieuwe financieringsronde.
Air France-KLM maakte woensdag bekend een converteerbare obligatie te hebben uitgegeven van 300 miljoen euro. Die lening kan onder bepaalde voorwaarden worden omgezet in aandelen. De luchtvaartcombinatie, die nog altijd een negatief eigen vermogen heeft, wil daarmee zijn kapitaalpositie versterken. De opbrengst zal worden gebruikt om de obligaties zonder einddatum, die in april 2021 werden uitgegeven en in handen zijn de Franse staat, af te lossen.
Air France-KLM heeft de Nederlandse staat gevraagd om deel te nemen aan deze uitgifte. Het kabinet is echter van mening dat deelname niet nodig is om de Nederlandse publieke belangen te borgen. Zelfs al zou de obligatielening worden omgezet in aandelen dan neemt het belang van de Nederlandse staat af van 9,34 procent naar 8,66 procent. Het stemrecht zal dan dalen van 10,77 procent naar 10 procent.
De Nederlandse staat blijft daarmee nog steeds één van de grootste aandeelhouders van de luchtvaartcombinatie en de huidige informatiepositie en betrokkenheid bij de besluitvorming in de onderneming blijft behouden, aldus Kaag.
De Franse logistiek dienstverlener CMA CGM, grootaandeelhouder en partner van Air France-KLM, doet wel mee aan de uitgifte van de obligatielening om zijn belang van 9 procent op peil te houden.
Aandeel onderuit
Air France-KLM werd woensdagochtend ruim 11 procent lager gezet op de Amsterdamse beurs. Beleggers reageerden op de aankondiging dat de luchtvaartcombinatie geld wil ophalen met de uitgifte van een nieuwe obligatielening, die kan worden omgezet in aandelen.