DEN HAAG - Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) krijgt een krediet van 120 miljoen euro van de Nederlandse overheid, nu de inkomsten als gevolg van de coronacrisis flink teruglopen. Geschat wordt dat LVNL veertig procent minder geld binnenkrijgt doordat er minder wordt gevlogen.
Luchtvaartmaatschappijen die door het Nederlandse luchtruim vliegen betalen een vergoeding om gebruik te maken van luchtverkeersleiding, de zogeheten luchtvaartnavigatieheffing. Daarmee worden de kosten van LVNL, de Nederlandse bijdrage aan het Maastricht Upper Area Control Centre, de luchtvaartactiviteiten van het KNMI, de Nederlandse contributie aan Eurocontrol en een deel van de medewerkers van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) betaald.
Doordat er een stuk minder gevlogen wordt liggen de inkomsten lager. Daarnaast is op Europees niveau besloten om de betalingstermijn van de luchtvaartnavigatieheffingen voor het hogere luchtruim, de zogeheten en-route charges, uit te stellen. Binnen Europa gaat het daarbij om een bedrag van circa 1,1 miljard euro. Ook voor het lagere luchtruim geldt een verlenging van de betalingstermijn. Daardoor worden luchtvaartmaatschappijen geholpen om de kosten tijdelijk te verlagen.
Liquiditeitsprobleem
Waar de maatregelen zorgen voor een betere financiële positie van luchtvaartmaatschappijen, dreigen luchtverkeersleidingsorganisatie een liquiditeitsprobleem te krijgen, aangezien de kosten gewoon doorlopen.
“Om dit liquiditeitsprobleem op te lossen is besloten het rekening courant krediet (leenfaciliteit) van LVNL bij het Ministerie van Financiën te verhogen met 120 miljoen euro. Hiermee lijkt op basis van de huidige verwachting de dekking van de noodzakelijke kosten voor 2020 voor alle genoemde organisaties bij luchtverkeersdienstverlening verzekerd. Het ministerie van IenW staat garant voor het rekening courant krediet”, schrijft minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) in een brief aan de Tweede Kamer.
“Hoewel het uitstel van betaling voor de luchtvaartmaatschappijen geen afstel betekent, zullen desalniettemin de inkomsten uit de luchtvaartnavigatieheffingen over 2020 niet voldoende zijn om alle kosten te dekken. Conform de Europese regelgeving kan een aanzienlijk deel van dit tekort alsnog op de luchtvaartmaatschappijen worden verhaald, maar slechts alleen in 2022. Dit leidt echter tot hele hoge tarieven voor de luchtvaartnavigatieheffingen in dat jaar. Nederland zal met de Europese Commissie in overleg treden hoe de regelgeving op dit punt gewijzigd zou kunnen worden”, aldus Van Nieuwenhuizen, die tevens met de luchtverkeersleidingsorganisatie praat over kostenbesparingen.
