AMSTERDAM - Met het afbreken van de gesprekken tussen Alitalia en Air France-KLM lijkt een overname van de Italiaanse luchtvaartmaatschappij ver weg. Daarmee blijft Alitalia aan de rand van de afgrond staan. Eens was de Italiaanse luchtvaartmaatschappij een bloeiend bedrijf. Alitalia werd in 1946 opgericht door de Italiaanse staat in samenwerking met British European Airways.
De officiële naam was Aerolinee Italiane Internazionale. Het bedrijf moest de luchtvaart in het land nieuw leven inblazen, nadat de Tweede Wereldoorlog het commerciële vliegverkeer vrijwel geheel had stilgelegd. In datzelfde jaar ontstond Linee Aeree Italiane, dat zich toe zou leggen op binnenlandse vluchten. De ondernemingen gingen in 1957 samen onder de naam Alitalia.
De eerste vlucht van Alitalia was op 5 mei 1947. Piloot Virginio Reinero vloog in een Fiat G–12 Alcione van Turijn via Rome naar Catania. Twee maanden later vervoerde het kersverse bedrijf een groep Noorse zeelieden van Rome naar Oslo, waarmee de eerste internationale vlucht een feit was. In maart 1948 volgde de eerste intercontinentale vlucht van Milaan naar Buenos Aires, via Rome, Dakar, Natal, Rio de Janeiro en Sao Paulo.
In 1960, het jaar dat Rome gastheer was van de Olympische Spelen, vervoerde Alitalia voor het eerst meer dan een miljoen passagiers. Ook nam het bedrijf in dat jaar zijn eerste straalvliegtuigen in gebruik. Alitalia bleef zijn netwerk gestaag uitbreiden en is sinds de jaren zeventig op alle continenten actief.
Vanaf de jaren negentig ging het bergafwaarts met Alitalia. Het staatsbedrijf kampte met torenhoge personeelskosten en had onvoldoende marktaandeel om winstgevend te kunnen opereren. In 1994 stond Alitalia aan de rand van de afgrond. De Italiaanse regering moest vele miljarden lires in het bedrijf pompen om het op de been te houden. Er volgde een ingrijpende reorganisatie.
KLM
Alitalia sloot in 1997 een akkoord met KLM over verregaande samenwerking, die mogelijk had kunnen uitmonden in een fusie. In die periode zochten veel Europese luchtvaartmaatschappijen elkaar op en sloten zij strategische allianties. Een huwelijk tussen KLM en Alitalia kwam er echter niet. KLM eiste verdere privatisering van zijn Italiaanse partner, maar dat hield de regering in Rome tegen. In 2000 sneuvelde de samenwerking.
Toen KLM in 2004 werd overgenomen door Air France, liet de nieuwe combinatie van meet af aan weten dat Alitalia welkom was om zich bij de groep aan te sluiten. Dan moest het echter wel eerst geprivatiseerd en financieel gezond zijn. Inmiddels heeft de Italiaanse staat geen meerderheidsbelang meer, maar zij heeft nog wel bijna de helft van Alitalia in handen.
De Italiaanse regering probeerde zijn belang vorig jaar te veilen, maar dat mislukte. Rome stelde zulke hoge eisen aan een eventuele koper dat niemand het bedrijf, dat per dag bijna een miljoen euro verlies draait, onder die voorwaarden wilde hebben. Zo moest de werkgelegenheid worden gegarandeerd, wat de broodnodige herstructurering vrijwel onmogelijk zou maken. Bij Alitalia werken ruim 11.000 mensen.
Vakbonden werken tegen
Het water staat Alitalia inmiddels aan de lippen. Daarom is zowel het bedrijf zelf als de Italiaanse regering een stuk toeschietelijker geworden. Met een plan van Air France-KLM om na de overname circa 2000 werknemers te ontslaan, ging Rome tandenknarsend akkoord. Het alternatief, een bankroet, was immers nog minder aantrekkelijk.
Uiteindelijk gooiden de Italiaanse vakbonden woensdag tijdens een gesprek met Air France-KLM toch nog roet in het eten door een eisenpakket op tafel te leggen. De Frans–Nederlandse luchtvaartmaatschappij liep daarop van de gesprekstafel weg. De Italiaanse luchtvaartmaatschappij brak vervolgens de overnamegesprekken met Air France-KLM af en de Italiaanse topman Maurizio Prato stapte op.
(c) ANP
De officiële naam was Aerolinee Italiane Internazionale. Het bedrijf moest de luchtvaart in het land nieuw leven inblazen, nadat de Tweede Wereldoorlog het commerciële vliegverkeer vrijwel geheel had stilgelegd. In datzelfde jaar ontstond Linee Aeree Italiane, dat zich toe zou leggen op binnenlandse vluchten. De ondernemingen gingen in 1957 samen onder de naam Alitalia.
De eerste vlucht van Alitalia was op 5 mei 1947. Piloot Virginio Reinero vloog in een Fiat G–12 Alcione van Turijn via Rome naar Catania. Twee maanden later vervoerde het kersverse bedrijf een groep Noorse zeelieden van Rome naar Oslo, waarmee de eerste internationale vlucht een feit was. In maart 1948 volgde de eerste intercontinentale vlucht van Milaan naar Buenos Aires, via Rome, Dakar, Natal, Rio de Janeiro en Sao Paulo.
In 1960, het jaar dat Rome gastheer was van de Olympische Spelen, vervoerde Alitalia voor het eerst meer dan een miljoen passagiers. Ook nam het bedrijf in dat jaar zijn eerste straalvliegtuigen in gebruik. Alitalia bleef zijn netwerk gestaag uitbreiden en is sinds de jaren zeventig op alle continenten actief.
Vanaf de jaren negentig ging het bergafwaarts met Alitalia. Het staatsbedrijf kampte met torenhoge personeelskosten en had onvoldoende marktaandeel om winstgevend te kunnen opereren. In 1994 stond Alitalia aan de rand van de afgrond. De Italiaanse regering moest vele miljarden lires in het bedrijf pompen om het op de been te houden. Er volgde een ingrijpende reorganisatie.
KLM
Alitalia sloot in 1997 een akkoord met KLM over verregaande samenwerking, die mogelijk had kunnen uitmonden in een fusie. In die periode zochten veel Europese luchtvaartmaatschappijen elkaar op en sloten zij strategische allianties. Een huwelijk tussen KLM en Alitalia kwam er echter niet. KLM eiste verdere privatisering van zijn Italiaanse partner, maar dat hield de regering in Rome tegen. In 2000 sneuvelde de samenwerking.
Toen KLM in 2004 werd overgenomen door Air France, liet de nieuwe combinatie van meet af aan weten dat Alitalia welkom was om zich bij de groep aan te sluiten. Dan moest het echter wel eerst geprivatiseerd en financieel gezond zijn. Inmiddels heeft de Italiaanse staat geen meerderheidsbelang meer, maar zij heeft nog wel bijna de helft van Alitalia in handen.
De Italiaanse regering probeerde zijn belang vorig jaar te veilen, maar dat mislukte. Rome stelde zulke hoge eisen aan een eventuele koper dat niemand het bedrijf, dat per dag bijna een miljoen euro verlies draait, onder die voorwaarden wilde hebben. Zo moest de werkgelegenheid worden gegarandeerd, wat de broodnodige herstructurering vrijwel onmogelijk zou maken. Bij Alitalia werken ruim 11.000 mensen.
Vakbonden werken tegen
Het water staat Alitalia inmiddels aan de lippen. Daarom is zowel het bedrijf zelf als de Italiaanse regering een stuk toeschietelijker geworden. Met een plan van Air France-KLM om na de overname circa 2000 werknemers te ontslaan, ging Rome tandenknarsend akkoord. Het alternatief, een bankroet, was immers nog minder aantrekkelijk.
Uiteindelijk gooiden de Italiaanse vakbonden woensdag tijdens een gesprek met Air France-KLM toch nog roet in het eten door een eisenpakket op tafel te leggen. De Frans–Nederlandse luchtvaartmaatschappij liep daarop van de gesprekstafel weg. De Italiaanse luchtvaartmaatschappij brak vervolgens de overnamegesprekken met Air France-KLM af en de Italiaanse topman Maurizio Prato stapte op.
(c) ANP