Station Schiphol is in de afgelopen jaren hard gegroeid. In 2019 kende het op werkdagen gemiddeld 98.000 in- en uitstappers, waarmee het na de centrale stations van Utrecht, Amsterdam, Rotterdam en Den Haag het drukste van Nederland was.

Nu is er door corona een flinke dip, maar naar verwachting zal de groei op de lange termijn doorzetten. Ook als het vliegverkeer niet meer boven het oude niveau uitkomt: Schiphol wordt namelijk een steeds belangrijker binnenlands OV-knooppunt.

Daarom zijn er aanpassingen nodig. Vooral rond de hellingbanen naar Plaza is het veel te druk op de perrons, met als gevolg dat er in de toekomst mogelijk gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. De reizigers dienen meer gespreid te worden en er moet meer ruimte komen.

In het ontwerp dat Arcadis nu gaat maken, worden de hellingbanen vervangen door veel compactere (rol)trappen. Ook komt er een directe verbinding tussen de perrons en het eveneens te vernieuwen busstation. Wie van trein op bus overstapt en vice versa hoeft dan niet meer op Plaza te komen.

Op Plaza zelf worden poortjes geïnstalleerd, wat er eveneens aan bijdraagt dat OV-reizigers zich minder tussen de vliegtuigpassagiers mengen. Volgens Arcadis wordt Plaza door een nieuwe indeling een “logisch geordende transferhal, waar reizigers zonder zoeken hun route kunnen vinden."

Na de ontwerpfase volgt de aanbesteding voor de realisatie. De rijksoverheid, Schiphol, de Vervoerregio Amsterdam en de NS investeren in totaal 237 miljoen euro in het project. Zo moet het station in 2025 dagelijks 125.000 passagiers kunnen verwerken, zonder dat er extra sporen bijkomen.