DEN HAAG – Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) wil nog voor de zomer een voorlopig besluit nemen over hoe het aantal grondafhandelaars op Schiphol kan worden verminderd. Daarna volgt er een consultatie via internet en wordt een definitief besluit genomen. Voordat er daadwerkelijk met minder afhandelaars wordt gewerkt, is het waarschijnlijk al 2025.
Dat schrijft de minister in een brief aan de Tweede Kamer over de stand van zaken van de vermindering van het aantal bedrijven. De Kamer heeft er vorig jaar september op aangedrongen dat de situatie voor werknemers bij de grondafhandeling wordt verbeterd.
Eén van de mogelijkheden is het aantal afhandelingsbedrijven te beperken. Nu zijn dat er zes, wat leidt tot grote onderlinge concurrentie en lage salarissen om de kosten zo laag mogelijk te houden. Vakbonden spreken al jaren over een “race to the bottom.” De Kamer, vakbonden, maar ook Schiphol willen van deze situatie af, al zijn sinds vorig jaar zomer de arbeidsvoorwaarden verbeterd en geldt sinds januari een nieuwe CAO.
Marktonderzoek
De afgelopen maanden heeft adviesbureau KPMG samen met het ministerie een plan van aanpak gemaakt. KPMG stelt voor eerst een gedegen marktonderzoek te doen naar de effecten in de markt als het aantal afhandelaars op Schiphol wordt verminderd. Daarbij zou ook moeten worden gekeken naar de uitvoerbaarheid, de mening van stakeholders en de gevolgen voor de veiligheid als er minder afhandelaars op Schiphol werkzaam zullen zijn.
Het ministerie heeft die aanbeveling overgenomen. Het onderzoek wordt voor eind mei uitgevoerd, waarna de minister voor de zomer een conceptbesluit wil nemen met een datum, waarop het aantal bedrijven verminderd zou moeten worden. Daarna volgt er een consultatieronde via internet, waarop iedereen kan reageren. Pas als er een definitief besluit is genomen, kan Schiphol een aanbestedingsprocedure te beginnen om de afhandelingsbedrijven te selecteren.
Minister Harbers schrijft dat er overgangsperiode komt, zodat alle betrokken afhandelaren en Schiphol zich kunnen aanpassen aan de nieuwe situatie. Die zou dan in de zomer van 2024 moeten ingaan, maar een definitief moment moet worden bepaald. “Gezien de doorlooptijden van de aanbesteding en de overgangsperiode is de verwachting dat dit niet voor 2025 zal zijn,” aldus de minister in zijn brief.