DEN HAAG - Op de Libische staatstelevisie is Nederland van spionage beschuldigd. De Lynx marinehelikopter wilde spionnen droppen of oppikken, werd gezegd. Ook werd er gesproken van samenzwering. Met deze beschuldiging van spionage aan het adres van de drie in Libië gevangen genomen militairen is een andere rechtspositie ontstaan.

Volgens het internationale recht hebben zij recht op rechtsbijstand. Dat verklaarde hoogleraar internationaal recht Geert-Jan Knoops vrijdag.

Het is daarom zaak dat het ministerie van Buitenlandse Zaken snel tot actie overgaat, aldus Knoops. Hij wees erop dat de Nederlandse ambassade in Tripoli nog altijd bemand is, zodat deze onmiddellijk aanspraak kan maken op rechtsbijstand voor de militairen. Van een aanklacht van spionage is het ministerie van Defensie overigens niets bekend.

Premier Mark Rutte (VVD) maakte vrijdag na afloop van de ministerraad andermaal duidelijk "dat het beter is dat we onze mond erover houden" om de veiligheid van het drietal niet in gevaar te brengen. Sinds afgelopen zondag is er volgens de premier "intensief diplomatiek verkeer". Ook de ministers Hans Hillen (Defensie, CDA) en Uri Rosenthal (Buitenlandse Zaken, VVD) benadrukten vrijdag dat de onderhandelingen met de Libische autoriteiten alleen maar negatief kunnen worden beïnvloed door al te grote openhartigheid.

De Nederlander die door de militairen zou worden geëvacueerd, keerde donderdag terug in Nederland. Het gaat hem naar omstandigheden goed, liet zijn werkgever vrijdag weten. De man werkte in Libië voor het ingenieurs- en adviesbureau Royal Haskoning.

Verder maakte het ministerie van Buitenlandse Zaken vrijdag bekend dat Nederland 1 miljoen euro doneert aan de Unhcr, de vluchtelingenorganisatie van de VN, ter ondervanging van mensen die gestrand zijn in buurlanden van Libië.

(c) ANP