ROTTERDAM - De Nederlandse luchtvaartindustrie wil met de staat opnieuw onderhandelen over de Joint Strike Fighter, officieel F-35 Lightning II. Dat meldt NRC Handelsblad. De financiële voordelen van het JSF-project zouden volgens de luchtvaartindustrie in werkelijkheid veel groter zijn dan geraamd.

Volgens de industrie, verenigd in NIFARP, is het “met de huidige stand van zaken niet logisch” dat bedrijven moeten gaan meebetalen aan de honderden miljoenen euro’s die Nederland in het toestel heeft geïnvesteerd. Een in 2002 getekende ‘Medefinancieringsovereenkomst’ (MFO) zou uitgaan uit van gedateerde veronderstellingen.

In 2002 besloot de regering om 858 miljoen euro te steken in de ontwikkelingsfase van de JSF. De Nederlandse luchtvaartbedrijven zouden garant staan voor een eventueel tekort.

Destijds werd dat tekort geschat op 191 miljoen euro, maar volgens interne ramingen van de ministeries van Economische Zaken en Financiën is dat gat inmiddels groter worden. Op 1 juli moet de ‘business case’ van de JSF opnieuw zijn doorgerekend en wordt duidelijk hoeveel de industrie moet betalen.

“Volgens ons is er geen gat in de begroting en pakt de business case nu al gunstig uit voor de belastingbetaler”, zegt Arie Kraaijeveld, bestuurslid van het NIFARP in het NRC. Het ministerie van Economische Zaken zou er echter niet veel voor voelen om opnieuw over het contract te onderhandelen.

Volgende week debatteert de Tweede Kamer over deelname aan de testfase van de JSF.