DEN HAAG - De eerste hogesnelheidstrein tussen Amsterdam en Brussel rijdt op z’n vroegst in het voorjaar van 2008. Dit is tien maanden later dan gepland. Dit schrijft de Nederlandse minister Karla Peijs van Verkeer dinsdag (11 oktober) aan de Tweede Kamer. De minister bevestigt hiermee waar diverse betrokken partijen al enkele maanden voor vrezen. Tot nu toe bleef het echter bij speculaties. De bouw van treinen voor binnenlands vervoer en de dienst naar Brussel op de HSL-Zuid loopt minimaal tien maanden vertraging op.
De spoorvervoerders NS en HSA (High Speed Alliance, waarin NS en KLM deelnemen), verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van treinen, hebben dit onlangs aan de minister gemeld. De NS en HSA hadden al eerder gemeld dat ook de treinen voor de dienst op Parijs niet tijdig gereed zijn. Na bemiddeling door de minister bij haar Franse collega’s, is deze vertraging van voorjaar 2008 teruggebracht naar najaar 2007. De minister heeft de vervoerders gevraagd om te onderzoeken of er andere treinen beschikbaar kunnen worden gemaakt waarmee vervoer wel op tijd kan starten en haar hierover binnen twee weken meer zekerheid te geven.
NS/HSA hebben voorgesteld om naast het Europees afgesproken systeem voor veiligheid (ERTMS, dit garandeert in de toekomst dat treinen makkelijker op elkaars ‘net’ kunnen rijden) ook een ander systeem in de HSL te bouwen. Op die manier kan met bestaand treinmaterieel over de HSL worden gereden. De minister wijst dit voorstel af omdat deskundigen uit de spoorsector het erover eens zijn dat dit niet voor 1 april 2007 gereed kan zijn. Bovendien zijn er tientallen miljoenen euro’s mee gemoeid en leert de ervaring dat twee veiligheidssystemen ‘over elkaar heen’ de betrouwbaarheid kwetsbaar maakt.
De minister ziet meer in het tijdelijk rijden met andere treinen die geschikt zijn voor het Europese veiligheidssysteem. Ze wijst in haar brief op een onlangs getekende overeenkomst met twee leasemaatschappijen voor vervoer over de Betuweroute die gebruik maakt van hetzelfde veiligheidssysteem als de HSL. De maatschappijen, Mitsui en Angeltrains, hebben aangegeven dat zij per 1 januari 2007 49 locomotieven klaar zullen hebben die met dat systeem kunnen rijden. De NS en HSA hebben positief gereageerd op het verzoek van de minister om dit te onderzoeken.
De minister geeft verder aan dat zij HSA zal houden aan het contract dat is afgesloten. Dat contract stelt dat de HSA verantwoordelijk is voor het tijdig klaar hebben van treinen en dat vanaf 1 april 2007 een gebruiksvergoeding moet worden afgedragen voor gebruik van de infrastructuur die dan klaar ligt. Omdat de reiziger centraal staat, zal bij het uitblijven van treindiensten op de HSL, de NS moeten garanderen dat de bestaande internationale verbindingen blijven bestaan totdat er wel over de HSL wordt gereden.
De spoorvervoerders NS en HSA (High Speed Alliance, waarin NS en KLM deelnemen), verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van treinen, hebben dit onlangs aan de minister gemeld. De NS en HSA hadden al eerder gemeld dat ook de treinen voor de dienst op Parijs niet tijdig gereed zijn. Na bemiddeling door de minister bij haar Franse collega’s, is deze vertraging van voorjaar 2008 teruggebracht naar najaar 2007. De minister heeft de vervoerders gevraagd om te onderzoeken of er andere treinen beschikbaar kunnen worden gemaakt waarmee vervoer wel op tijd kan starten en haar hierover binnen twee weken meer zekerheid te geven.
NS/HSA hebben voorgesteld om naast het Europees afgesproken systeem voor veiligheid (ERTMS, dit garandeert in de toekomst dat treinen makkelijker op elkaars ‘net’ kunnen rijden) ook een ander systeem in de HSL te bouwen. Op die manier kan met bestaand treinmaterieel over de HSL worden gereden. De minister wijst dit voorstel af omdat deskundigen uit de spoorsector het erover eens zijn dat dit niet voor 1 april 2007 gereed kan zijn. Bovendien zijn er tientallen miljoenen euro’s mee gemoeid en leert de ervaring dat twee veiligheidssystemen ‘over elkaar heen’ de betrouwbaarheid kwetsbaar maakt.
De minister ziet meer in het tijdelijk rijden met andere treinen die geschikt zijn voor het Europese veiligheidssysteem. Ze wijst in haar brief op een onlangs getekende overeenkomst met twee leasemaatschappijen voor vervoer over de Betuweroute die gebruik maakt van hetzelfde veiligheidssysteem als de HSL. De maatschappijen, Mitsui en Angeltrains, hebben aangegeven dat zij per 1 januari 2007 49 locomotieven klaar zullen hebben die met dat systeem kunnen rijden. De NS en HSA hebben positief gereageerd op het verzoek van de minister om dit te onderzoeken.
De minister geeft verder aan dat zij HSA zal houden aan het contract dat is afgesloten. Dat contract stelt dat de HSA verantwoordelijk is voor het tijdig klaar hebben van treinen en dat vanaf 1 april 2007 een gebruiksvergoeding moet worden afgedragen voor gebruik van de infrastructuur die dan klaar ligt. Omdat de reiziger centraal staat, zal bij het uitblijven van treindiensten op de HSL, de NS moeten garanderen dat de bestaande internationale verbindingen blijven bestaan totdat er wel over de HSL wordt gereden.