BRUSSEL - Europa moet lering trekken uit de kwestie rond de veiligheid van Onur Air. Dat stelt de Europese Commissie (EC) in een terugblik op de affaire met de Turkse maatschappij, die in drie lidstaten van de EU tijdelijk niet welkom was. De EC gaat het Europees Parlement en de Raad voorstellen om de wetgeving voor de vliegveiligheid binnen Europa te verscherpen.

Daarmee wil de commissie voorkomen dat een volgende situatie met een omstreden luchtvaartmaatschappij net zo rommelig verloopt als de kwestie rond Onur Air. De Nederlandse Inspectie Verkeer en Waterstaat legde Onur Air een tijdelijk vliegverbod op, een beslissing die kort daarna door Duitsland werd overgenomen. De Duitse inspectiedienst stelde echter geen termijn vast.

Ook Zwitserland en Frankrijk bepaalden dat de Turkse maatschappij niet langer welkom was op luchthavens in die landen. Onur Air kon nog wel in België terecht. De vliegmaatschappij maakte vooral van Brussel gebruik om Nederlandse passagiers te vervoeren, terwijl Charleroi zich leende voor het vervoer van Franse passagiers.

De EC wil dat Europese lidstaten in het vervolg gezamenlijk optreden als een van de landen serieuze gebreken vaststelt bij een vliegmaatschappij. De luchtvaartautoriteiten uit de betrokken landen moeten in zo'n geval samen onderzoeken hoe ernstig de nalatigheden zijn, om vervolgens eenduidige conclusies te trekken.