WARSCHAU - Justitie in Polen ontkende dinsdag een bericht in de krant Rzeczpospolita dat Poolse onderzoekers sporen van explosieven hebben gevonden in het wrak van het Poolse regeringsvliegtuig dat twee jaar geleden verongelukte bij de Russische plaats Smolensk. Volgens militaire aanklagers zijn geen explosieven gevonden en blijven ze bij de verklaring dat de crash geen aanslag was.
Volgens de krant Rzeczpospolita hebben aanklagers en explosievenexperts sporen van TNT en nitroglycerine aangetroffen op de plek waar de vleugels met de romp verbonden zijn en in de cabine. Ook in het gebied waar de Tupolev Tu-154 crashte, zijn sporen van explosieven gevonden. In het bericht sluiten de onderzoekers niet uit dat de sporen van explosieven afkomstig zijn van blindgangers uit de Tweede Wereldoorlog. In het gebied is destijds zwaar gevochten.
Het regeringsvliegtuig stortte op 10 april 2010 in dichte mist neer. Alle 96 inzittenden, onder wie president Lech Kaczynski en zijn vrouw, kwamen om het leven. De crash leidde tot spanningen tussen Polen en Rusland. De twee landen gaven elkaar de schuld van het ongeval.
Vooral uit de hoek van de partij van Kaczynski kwam de samenzweringstheorie dat de crash was bedoeld om de president te vermoorden.
'Explosieven in Pools ramptoestel Smolensk'
(c) ANP