AMSTERDAM - Het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum mag zichzelf vanaf nu Koninklijk noemen. Het kennisinstituut ontving dit predicaat op haar honderdste verjaardag van Arthur van Dijk, de commissaris van de Koning in Noord-Holland.
“NLR is het eerste en enige onderzoekscentrum dat zich volledig richt op een duurzame, efficiënte, en veilige lucht- en ruimtevaart. Ik ben blij dat ik uw eeuwfeest kan voorzien van een feestelijke en prestigieuze bekroning”, aldus Van Dijk.
Michel Peters, algemeen directeur van NLR, is erg blij mee met deze toekenning. “Het is een bekroning op het werk van onze medewerkers. Hun kennis en kunde is en blijft de drijvende kracht achter baanbrekende innovaties.”
Historie
Nederland had vanwege de neutraliteit in de Eerste Wereldoorlog een achterstand opgelopen op het gebied van militaire luchtvaart. Op 5 april 1919 werd daarom de Rijks-Studiedienst voor de Luchtvaart (RSL) opgericht, de voorloper van het huidige NLR.
In de loop van de tijd is het takenpakket uitgebreid van kennis en regelgeving voor de militaire luchtvaart naar de civiele luchtvaart en ruimtevaart. De werkzaamheden van NLR beslaan intussen het volledige spectrum van Research Development Test & Evaluation (RDT&E).
De NLR is onder andere verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de eerste remkleppen op een vliegtuig (1921), de eerste digitale recorder (1962) en 's werelds eerste infrarood astronomische satelliet IRAS (1983).
Bij de organisatie werken 630 medewerkers, verdeeld over vestigingen in Amsterdam, Marknesse, Schiphol en Noordwijk.