DEN HAAG - Via de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) wordt momenteel onderhandeld om de wrakstukken van de MH17 veilig te stellen voor Nederlandse onderzoekers. Dat zei minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie woensdag in het debat in de Tweede Kamer over de nasleep van de vliegramp in het oosten van Oekraïne.
De wrakstukken zijn belangrijk voor het strafrechtelijk onderzoek naar de ramp en het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar de toedracht ervan, aldus Opstelten.
Nederland is nog lang niet klaar met het werk op de rampplek, benadrukte minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken. Ook premier Rutte en het ministerie van Veiligheid en Justitie maakten de afgelopen dagen duidelijk dat Nederland nog steeds van zins is zelf het onderzoek ter plaatse af te ronden.
De Nederlandse zoekactie werd begin augustus opgeschort omdat het te onveilig is in het gebied. Het lokale agentschap voor rampenbestrijding (SES) is er sinds begin deze week wel weer actief en verzamelt alleen persoonlijke bezittingen van slachtoffers. Afgelopen weekeinde zag de SES "opeens" een mogelijkheid om dit te doen. Als de SES-medewerkers menselijke resten vinden, zullen ze die op zorgvuldige manier meenemen, aldus minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie).
De ministers zijn blij met de hulp van SES, waar Nederland op had aangedrongen, maar het is niet de repatriëringsmissie zoals het kabinet die voor ogen heeft. Nederlandse deskundigen willen nog steeds zelf terug naar de rampplek om in het gebied "heel secuur en systematisch" te zoeken naar stoffelijke resten en bezittingen. Ook is een terugkeer van belang voor het onderzoek naar de toedracht van de ramp en het strafrechtelijk onderzoek. Maar het is nu nog te onveilig om de Nederlanders te laten terugkeren.
(c) ANP