GILZE-RIJEN - In de dagen voor de ramp met MH17 op 17 juli 2014 hebben 61 luchtvaartmaatschappijen uit 32 verschillende landen gevlogen over het oosten van Oekraïne. Op de dag zelf vonden 160 vluchten over het gebied plaats, voordat vlucht MH17 werd geraakt. Volgens de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) was er voldoende aanleiding voor de Oekraïense autoriteiten om het luchtruim te sluiten.
In de maanden voorafgaand aan de crash waren zestien helikopters en vliegtuigen boven het oosten van Oekraïne neergehaald. Enkele daarvan werden ook op grote hoogte geraakt. Op basis van die feiten had vermoed kunnen worden dat ook de burgerluchtvaart gevaar liep, aldus de OVV. De onderzoeksraad presenteerde maandag haar eindrapport.
De raad heeft drie aanbevelingen gedaan om een ramp als met de MH17 in de toekomst te voorkomen. De landen waar een gewapend conflict plaatsvindt, moeten alerter zijn op de risico's voor de burgerluchtvaart. Landen zelf moeten beter analyseren of hun luchtvaartmaatschappijen gevaar lopen boven een bepaald gebied. Daarnaast moeten er volgens de OVV ook betere internationale wetten komen om te bepalen waar burgervliegtuigen niet mogen vliegen.
BUK-raket
De OVV bevestigde dinsdag het vermoeden dat de Boeing 777-200 van Malaysia Airlines is neergehaald door een BUK-raket. Volgens de OVV is bewezen dat het gaat om raket van het type 9N314M. Eerder vanmorgen claimde de Russische maker van het BUK-systeem dat het om een ander type raket gaat. Dat model zou niet meer door de Russische krijgsmacht worden gebruikt, maar wel door Oekraïne.
Uit een reconstructie van de OVV is naar voren gekomen dat de raket net boven de linkerzijde van de cockpit is geëxplodeerd. Daardoor is voornamelijk de linkerzijde van de cockpit doorzeefd met raketfragmenten. Na de inslagen is de cockpit van de Boeing 777 afgebroken van de romp en tijdens de val is ook de rest van het vliegtuig uiteen gevallen. De meeste inzittenden moeten al enkele momenten na de inslagen het bewustzijn hebben verloren, aldus de OVV.