De luchtvaart zit vol verrassingen. Maandagochtend sprak ik vlak voor mijn vertrek naar Farnborough met Tom van 't Hek op BNR-radio over de Farnborough Air Show 2016. Op de vraag hoe de stemming zou zijn antwoordde ik dat er waarschijnlijk weinig mega-orders zouden worden gemeld. Dat bleek mee te vallen: airlines en leasemaatschappijen gaven - hoewel veel minder dan tijdens de vorige editie - nog steeds tientallen miljarden uit bij Boeing en Airbus.
Beide vliegtuigbouwers spelen al decennia het spel goed mee. Evenementen als de luchtvaartshows van Farnborough, Parijs, Dubai en Singapore zijn bij uitstek geschikt om nieuwe deals bekend te maken. De media-aandacht is groot en klanten kunnen hun moment in de spotlight pakken. De orders die worden aangekondigd staan overigens in veel gevallen al in de boeken onder het kopje ‘Unidentified Customer’ en worden bewust ‘opgespaard’ tot de airshow daar is.
Het jaar 2016 zag er voordat Farnborough begon niet florissant uit voor zowel Airbus als Boeing. De teller stond na zes maanden bij Airbus op 183 en bij Boeing op 288 bestellingen. Vorig jaar sloten beide fabrikanten met respectievelijk 1.080 en 768 orders af. Met die van Farnborough erbij opgeteld moeten de rivalen vrezen dat 2016 net als 2015 wordt afgesloten met minder orders dan voorheen.
Is het dan allemaal kommer en kwel? Neen. De orderboeken staan vol genoeg om nog jarenlang te kunnen produceren. Vooral de A320neo en de 737 MAX zorgen voor genoeg werk en ook de 787 en A350 lopen goed; het productietempo moet zelfs omhoog. Dat de 747 en A380 commercieel geen hit zijn moet worden opgevangen door de verlengde varianten van de 777 en A350.
Over het geheel gezien kan de organisatie van de show tevreden zijn: alle deelnemende bedrijven wisten bij elkaar voor bijna 86 miljard euro vliegtuigen, motoren, onderdelen en services te verkopen. Ik ben benieuwd wat de Paris Air Show in 2017 gaat brengen.
Klaas-Jan van Woerkom is senior editor bij Reismedia