DEN HAAG - De knipperende rode lampen op hoge windmolens kunnen veilig worden uitgezet. In het Zeeuwse windpark Krammer zijn met succes twee systemen uitgetest die naderende vliegtuigen ruim op tijd opmerken, zodat de waarschuwingslampen alleen dan hoeven te branden. De provincies en de windmolenbranche laten weten dat ze nu "kijken naar de uitrol van deze technieken over heel Nederland".
Een van de systemen maakt gebruik van een radarsysteem. Na gunstige testresultaten in Zeeland wordt de techniek nu ook in het nieuwe Windpark Friesland toegepast. Het tweede systeem maakt gebruik van transponders, de zenders waarmee vliegtuigen signalen uitzenden. Ook dit blijkt goed te werken.
"Het systeem wordt op dit moment ingeregeld. Dat betekent dat sinds begin dit jaar de rode luchtvaartlampen in Windpark Krammer steeds minder aanstaan", laten de Nederlandse WindEnergie Associatie (NWEA) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) weten.
Rode lampen om het vliegverkeer te waarschuwen zijn verplicht voor alle windmolens die hoger zijn dan 150 meter. De lampen moeten in principe de hele nacht aanstaan. "Dat kan zorgen voor overlast bij omwonenden", aldus de provincies en de windmolenbranche.
Hoewel de technische middelen om lichthinder tegen te gaan dus beschikbaar zijn, kunnen niet zomaar alle windparken er in korte tijd mee worden uitgerust. Per windpark moeten vliegtesten worden gedaan om te kijken of het systeem goed werkt. Per windpark bedragen de kosten van een radar- of transpondersysteem tussen de 60.000 en 100.000 euro. De vraag is wie dat moet betalen. Daarover zijn de windsector, de provincies en de Rijksoverheid nog in overleg.
De NWEA schat dat ongeveer 80 windparken in Nederland rode verlichting hebben. Dat aantal kan de komende jaren bijna worden verdubbeld, want er zijn nog zo'n 75 windparken in voorbereiding die wettelijk verplicht zijn om de knipperende lampen te installeren, zo laat de organisatie weten.