DEN HAAG - Het Nederlandse bedrijfsleven lijdt een strop van 250 miljoen euro op het Joint Strike Fighter (JSF)-project door de enorme koersdaling van de dollar. Dat blijkt uit een onderzoek onder leiding van drie hoogleraren van de Universiteit van Tilburg, waarover De Telegraaf maandag (30 juni) bericht. De koersdaling van de dollar van de afgelopen tijd blijkt niet afgedekt te zijn.

De Nederlandse defensie- en vliegtuigindustrie draaien daardoor op voor veel hogere kosten dan nodig was geweest, zo meldt het dagblad.

De strop ontstaat doordat wel de koersrisico’s van de dollar waarmee Nederland de JSF betaalt zijn afgedekt, maar niet die van de dollars waarmee bedrijven in ons land worden betaald. Het rijk heeft zo voordeel van de lage dollar, terwijl het bedrijfsleven erop moet toeleggen. Verder rekent de overheid met een hogere industriële omzet dan in werkelijkheid het geval is.

Ook is er onduidelijkheid over rentepercentages. In 2002 is afgesproken dat de vliegtuigindustrie een bepaald deel van de omzet uit JSF-orders zou afdragen om de investeringen die het rijk heeft gedaan om mee te kunnen doen aan het project, te compenseren. Een percentage van 3,5 werd overeengekomen, maar het zou voor 1 juli 2008 opnieuw worden bekeken. Uit het onderzoek van de hoogleraren blijkt nu dat het percentage omlaag moet van 3,5 procent naar 1,08 procent om het koersverlies goed te maken.

Minister Maria van der Hoeven (Economische Zaken) komt dinsdag met een herziene berekening van de business case en het bijbehorende afdrachtpercentage van het JSF-project.