De oorlog duurt voort en niemand ontkomt aan de gevolgen. De een verkeert in direct levensgevaar en anderen moeten al hun bezittingen in de steek laten om naar veiliger oorden te kunnen vluchten. Natuurlijk zijn de gevolgen anders als je wat verder van het front woont, maar zelfs als je aan de andere kant van de wereld woont, zijn de gevolgen voelbaar. Opvang van vluchtelingen, prijsstijgingen van vrijwel alles dat we nodig hebben, bedreigingen en onzekerheid.
Onzekerheid over waar wij allemaal mee geconfronteerd kunnen worden. Veel piloten krijgen hier vroeg of laat mee te maken. We trainen niet alleen op moeilijke landingen of technische problemen. Een van mijn eerste cursussen als nieuwbakken verkeersvlieger ging over aanslagen en kapingen. De-escalatie en tijdrekken waren onderwerp van de belangrijkste strategische lessen die we kregen. Vooral niet vechten, we moesten ons mentaal voorbereiden op een paar weken bivakkeren met andere gijzelaars en een handjevol zwaarbewapende terroristen in een benauwd vliegtuig.
Ik ben ook nog wel eens op een vliegveld in oorlogsgebied ontvangen door militairen die de cockpit binnenstormden en vragen stelden terwijl ik recht in de loop van een mitrailleur moest blijven kijken. Tijdens de oorlog in voormalig Joegoslavië, gingen onze vakantievluchten naar de idyllische Griekse eilanden natuurlijk gewoon door. We moesten vanwege de no-fly zone boven Bosnië alleen een beetje omvliegen via Hongarije en Roemenië. Zware onweersbuien dwongen mij op een van die vluchten steeds verder naar het westen uit te wijken, totdat we uiteindelijk in de no-fly zone kwamen. De verkeersleider schreeuwde het een en ander door de radio, maar het was nog maar een paar kilometer voordat we weer de goeie kant op konden draaien. Het was misschien niet heel verstandig om door te vliegen, maar de dreiging van de onweersbuien leek me onevenredig veel groter dan die van de no-fly zone.
Twintig jaar geleden, tijdens de Irakoorlog, vloog ik bij DHL en op zekere dag kregen we te horen dat we naar Bagdad gingen vliegen. Het was een lucratief contract, maar ook een beetje gevaarlijk. Daarom kregen we les in steile naderingen om de luchtafweer rondom het vliegveld te ontlopen. Het grootste probleem, volgens de militairen die ons trainden, was het vertrek. Je kon nooit steil genoeg opstijgen om de schouderraketten te ontwijken. Samen met de meeste collega’s die dit hoorden, haakte ik geschrokken af. Gingen wij echt met een burgervliegtuig voor een paar centjes serieus oorlogsrisico lopen? Nog geen maand later werd een DHL Airbus A300 in Bagdad geraakt door een SAM7 schouderraket. Het liep nog net goed af, maar het meest vreemde was natuurlijk dat collega’s van mij min of meer vrijwillig gekozen hadden om met een burgervliegtuig in een gebied met realistische oorlogsdreiging te gaan opereren. Hoe langer deze oorlog voortduurt, hoe groter ook de bedreigingen voor de burgerluchtvaart, wereldwijd.
Jan Cocheret
Deze column verscheen in de zojuist verschenen april-uitgave van Luchtvaartnieuws Magazine. Klik hier om een los nummer te bestellen. Geen uitgave missen? Word dan member en profiteer van alle voordelen