Alweer vier jaar vlieg ik in prachtig glimmende zakenjets de ‘rich and famous’ van deze wereld. Het is een leuke en vooral bijzondere baan, met heel veel verschillende aspecten. Je vliegt niet alleen, maar verzorgt ook je gasten en daar hoort bijvoorbeeld ook bij dat je hun bagage in het ruim laadt. Al is ‘ruim’ nou net het verkeerde woord voor het hokje achterin het vliegtuig, waar de koffers en andere bagage opgestapeld worden.
In onze vliegtuigen hebben we plaats voor acht passagiers, en als iedereen gewoon één of twee koffertjes meeneemt, dan past dat prima. Maar af en toe komt er een volgeladen verhuiswagen voorrijden. Hoewel onze passagiers over het algemeen bekend zijn met de afmetingen van vliegtuig en bagageruimte, kan het natuurlijk best een keer voorkomen dat je wat meer moet meenemen. Als het in onze bagageruim past, kan het mee. Maar vol is vol en voor de bagage die we echt niet meer naar binnen kunnen krijgen, moet er iets anders verzonnen worden.
Er bestaat nog altijd geen bagagerek dat boven op het vliegtuig of aan de vleugels bevestigd kan worden. Gelukkig zijn er altijd nog de vrachtdiensten, die de extra lading alsnog op de plek van bestemming kunnen krijgen. Het kost een paar centen, maar dat is voor deze categorie reizigers niet heel vaak een probleem.
Een prettig bijkomend voordeel van mijn werk als bagagelader is, dat je er een dagelijkse workout bij krijgt. In onze taakomschrijving staat ook echt dat je in staat moet zijn om koffers van 35 kilo vanaf de grond in het ruim te kunnen tillen. Ik ben daar blij mee. Dan doe ik tenminste nog eens wat, en het bespaart me de kosten van een abonnement op de sportschool.
Het enige waar ik moeite mee heb, is dat er toch nog steeds mensen zijn die op reis gaan met hun favoriete drank en voedsel. Van de week heb ik nog een loodzware tray met tientallen blikjes etenswaren en vier dozen wijn naar binnen mogen tillen. Je moet het natuurlijk helemaal zelf weten, maar ik ben er al lang geleden achter gekomen, dat eten en drinken alleen daar goed smaakt waar het thuishoort.
Ook ik nam vroeger van die heerlijke Retsina en Ouzo mee uit Griekenland. Dat spul is in Nederland niet te zuipen. De eerste jaren dat ik in het verre buitenland woonde, nam ik uit Nederland vaak haring en kaas mee. Maar als ik dan probeerde om thuis in de woestijn van deze lekkernijen te genieten, was mijn teleurstelling overweldigend. Spijs en drank smaakt alleen daar waar het thuishoort! Retsina in Griekenland, hummus in Dubai en haring in Nederland.
Het scheelt bovendien ook nog eens een hoop gesjouw!